Le Comte   Hoofmenu publicaties
Inleiding Eerste reeks brieven
 1   2   3   4   5   6   7   8 
Tweede reeks brieven
 1   2   3   4   5   6   7 

Afdrukken als pdf



DEEL 1. Zevende brief

"De Chinesche spraak heeft gants geen over een komst met all de gene die in de werelt in swang gaan..." Met wat hij daarover vertelt zal men zeker geen Chinees leren: hij publiceert een "Verhandeling van alle de woorden die de Chinesche spraak uytmaken", schrijft dat er vijf tonen zijn om een woord uit te spreken. De taal is daarom moeilijk te leren "'t Is de memorie niet dewelke in die gelegenheyt arbeydt; maar d'inbeelding en het oor..."

Over het schrift, het papier, de inkt, de boekdrukkunst en de literatuur. Over Confucius schrijft hij niet minder dan 6 bladzijden.

Hij geeft dan 14 "zetregels...die ik getrokken hebbe uyt een Boek by een van d'eerste Mandaryns van het Keyserrijk die tegenwoordig tot Peking regeert, opgestelt." (pp. 152-159)

1.      Een wijs man moet naar geen schoonheyt wenschen.

2.      Men moet sig selfs bepalen, so men volmaakt wil wesen.

3.      Een man moet dikmaals veranderen, so hy volstandig in de wijsheyt wil sijn.

4.      De Grooten in een Koningrijk sijn niet altijdt de grootste mannen van den Staat.

5.      Een middelmatig gebrek wijst dikmaals groote hoedanigheden aan.

6.      Een Vorst is sonder raadt wanneer hy al te veel verstant heeft, en dat hy sijn gevoelen t' eerst segt.

7.      Een wijs man vordert heel veel, vermits de rechte weg altijde de kortste is. In tegendeel een quaat Staatkundige komt later tot sijne eynden, vermits hy op omwegen en kromme voetpaden wandelt.

8.      De gene die d'aldervolmaakste staat begeren, soeken dikmaals geen volmaaktheyt, maar sagtigheyt. So gy u selven in dese werelt wilt vast stellen, weest dan wel indagtig, dat een nieuw slag van leven aan te nemen, niet ander is als van d'eene moeyte tot d'ander tetreden.

9.      De gene die naarstig sijn, en die alles willen doen, stellen veel dingen tot sanderen daags uyt. [Het Nederlands moet hier in het bijzonder, goed gelezen worden!]

10.  Men moet zich niet verwonderen, dat een wijs man langsamer op de weg van de deugt gaat, als de quaden op die van d'ondeugt. De drift drijft aan, en de wijsheyt bestiert een Man.

11.  De waare Adel bestaat niet in het bloedt, maar in de verdienste. Wy sijn van een heel verheve rang, wanneer de deugt ons belet om met de rest van de menschen te kruypen.

12.  In de Staat daar wy in sijn, bestaat de volherdinge in het goede, minder daar in dat men niet valle, dan dat men weder opsta so dikmaals als men gevallen is.

13.  Daar is geen mensch die de helft van sijn gebreken niet bedekt; niet te min hoedanig hy sig ook vleyt, hy soude beschaamt sijn aan andere sodanig voor te komen, al hy sig selfs voor komt.

14.  Spreek noyt van u selven tegen andere, noch ten goede, vermits sy u niet geloven mogten; noch ten quade, vermits sy er reets meer van geloven als u lief is.

Le Comte is duidelijk onder de indruk van Confucius.

einde 7e brief.jpg




Bladeren:     Vorige Top (+ menu) Volgende