Le Comte   Hoofmenu publicaties
Inleiding Eerste reeks brieven
 1   2   3   4   5   6   7   8 
Tweede reeks brieven
 1   2   3   4   5   6   7 

Afdrukken als pdf



DEEL 1. Eerste brief

Le Comte herinnert de heer Pontchartrain eraan dat hij vroeger al met hem gesproken heeft en hoe hij samen met Colbert, Louvois en Seignelay geholpen heeft om de reis van de zes jezuïeten te organiseren.

brief 1 p 2 fragment.jpg

Hun eerste poging om vanuit Siam Beijing te bereiken mislukte. Bij het eiland Cossonet strandden ze en gingen over land terug naar Siam. Op 17 juni 1687 vertrokken ze dan opnieuw naar Nimpo. De reis verliep niet vlot. Door de voorspraak van Franciscus Xaverius overleefden ze een orkaan: "Nauwelijks hadden wy onse gebeden ge-eyndigt, het sy dat het een wonder werk was, of laat het de gewoone loop van de natuur syn, daar rees een gunstige wind op..." (p. 10). In Nimpo werden ze ondervraagd over hun beweegredenen om naar China te komen. Ze verklaarden dat ze confraters zijn van Ferdinand Verbiest en dat viel bij hun ondervragers in goede aarde. (p. 12) Le Comte wil een paar misopvattingen over de ligging van China rechtzetten. Hij heeft zijn observaties al meegedeeld aan "Vader Gouge Wiskonstenaar van het Collegie van Lodewijk de Groote" (p.14) De provincie Leanton ligt aan de overkant van de muur al behoort het aan China. "'T is seker dat deselve aan geen syde legt, alhoewel die altijdt aan China gehoort heeft." Een tweede correctie die hij onder de aandacht wil brengen heeft te maken met de meridianen "maar de observatien die wy vande Oost kusten gedaan hebben laten dan de minste twijfelingen niet over: invoegen dat China veel nader by Europa werd gevonden, als men sig ingebeeldt hadt" hij spreekt over "ontrent vijfhondert mylen". (p.13)

Verder handelt hij nog over de oorlogen met de Tartaren (pp. 15-17) en het bekeringswerk (pp.17-18). Door de vrede met de "Muskoviters" werd een grens over 55 graden vastgelegd maar verder naar het Noorden en het Oosten ligt de grens niet vast. De streek van Haynan in het Zuiden tot het meest Noordelijke punt van de Tartaren, is zeer geschikt terrein voor missionering.

De onderkoning van de provincie keurde de beslissing van de gouverneur van Nimpo, die toelating tot ontscheping gaf, af. Door pater Intorcetta en, door bemiddeling van pater Fontaney, en door ook pater Verbiest in te schakelen, konden ze hun reis naar Peking voortzetten. De onderkoning gaf hen zelfs begeleiding mee en ze vertrokken met enig vertoon per boot langs het groot kaneel naar het Noorden. In Hamtcheou was het kanaal bevroren en moesten ze hun reis in de sneeuw te paard voortzetten. Ze trokken de bevroren Hoambo rivier over. Op 26 november 1687 uit Nimpo vertrokken, kwamen ze eindelijk op 8 februari 1688 in Peking aan. Pater Verbiest was pas gestorven. "Dat was voor ons een van die slagen..." De brief eindigt met deze aandoenlijke woorden:

 

einde brief 1 begin 2 - kopie.jpg

 



Bladeren:     Vorige Top (+ menu) Volgende