Le Comte   Hoofmenu publicaties
Inleiding Eerste reeks brieven
 1   2   3   4   5   6   7   8 
Tweede reeks brieven
 1   2   3   4   5   6   7 

Afdrukken als pdf

DEEL 1. Derde brief

brief 3 p 43 begin.jpg

De geadresseerde is Willem Egon, graaf van Furstenberg (1629-1704).

Het is een interessante brief ook omdat er veel over Ferdinand Verbiest in geschreven wordt. We geven daarom meerdere bladzijden tekst in kopie weer.

Le Comte heeft weinig waardering voor de Chinese huizen. Peking is echter veel groter dan Parijs en het wemelt er van het volk in de rechte maar vuile straten. Hij schat het aantal inwoners op 2 miljoen en "Nankin of Kianmin is nog grooter als Peking."

Hij besteed zorg aan de beschrijving van het observatorium van Peking en de instrumenten van Verbiest al blijft zijn beschrijving toch vrij oppervlakkig.brief 3 p 51.jpgbrief 3 p 52.jpegbrief 3 p 53.jpgbrief 3 p 54.jpg

 

brief 3 fol 52.jpeg

Op de volgende afbeelding ziet men ook het eiland voor de kust van China, waar Franciscus Xaverius stierf. brief 3 fol 54.jpg

Hij kan het toch niet nalaten Lodewijk XIV te bejubelen. Hij stelt dat Lodewijk XIV superieur is als veldheer en gemakkelijk de Chinese gewesten zou kunnen innemen.

brief 3 p 59 -superieur XIV onderstreep.jpg

Verder in de brief spreekt hij ook nog over de 'Groote grensmuyr van China': "sy niet veel minder als vijfhondert mylen heeft." Hij beschrijft de torens en hoe ze over de heuvels kronkelt. " 't Is meer als agtien hondert jaaren geleden, dat de Keyser Chi Hoamti deselve deed bouwen, om tot een balye (?) tegen de Tartaren te verstrekken. Die onderneming is een van d'aldergrootste, en te gelijk ook van d'alderdwaaste, die men oyt gedaan heeft geweest."

Nankin wordt vermeld met haar observatorium en porseleinen toren. Op p. 64-65 geeft hij informatie over klokken in China. Er zijn zeer grote exemplaren bij "Maar voor so verre als de klokken van China, die van Europa in grootte te boven gaan, so veel minder sijn sy deselve in de suyverheyt van klank te agten..."

Andere steden die besproken worden zijn Chensi, Hamt-cheou, en Sout-cheou, "wanneer men aande Rivier Kiang is gekomen so passeert men door Chin-kiamfou", "So ras als men over de rivier is so vind men daar recht tegen over op d'andere oever Qua-cheou, een andere groote Stadt die alleen tot de koophandel geschikt is, van waar men bijkans aanstonts de vermaarde Stadt Jam-cheou, een vande treffelijkste van China ontdekt, aan welke de Luyden van 't Landt twee millioenen Inwoonders toeschryven." Hij spreekt over de havens Macao, Chantong, Fokien, Emoni, en Nimpo dat "ligt in het meest oostelijkste deel van China. Deselve was de geen daar wy aanquamen."

De brief eindigt met een beschouwing over de evangelisatie van China en een verzoek om steun.

brief 3 p 71.jpeg

brief 3 p 72.jpg

 



Bladeren:     Vorige Top (+ menu) Volgende