HERTOGELIJK PALEIS VAN BRUSSEL UIT DE ATLAS VAN BLAEU
|
|
In 1584 schreef Hendrik Louweriszoon Spieghel zijn Twe-spraack
vande Nederduitsche Letterkunst ófte Vant spellen ende
eyghenscap des Nederduitschen taals.
Het werd uitgegeven door de Amsterdamse rederijkerskamer In Liefd'
Bloeyende en gedrukt bij Plantijn in Leiden.
In 7 dialogen (twe-spraack) overtuigt Gedeon zijn neef Roemer om
eigen woorden te gebruiken, liever dan bastaardwoorden. Duits is
trouwens de oudste taal.
Eenlettergrepige woorden en kreeftwoorden, die zo veelvuldig in onze taal
voorkomen (lepel, lel, pop, pyp...), bewijzen dat.
Hij schrijft over spelling (liever aa dan ae) en uitspraak, over
verbuiging (waarbij hij steeds vergelijkt met het Latijn) en
vervoeging, maar ook over 'talschrift' 'maatklanck' (prosodie) en
de 'ryckhyd des taals'.
Hij vindt dat het Neder-Duits 'zo zwackelyck opghehulpen ende zo
wainigh met gheleerdheyd verryckt ende verciert word...'
En de reden? 'Overmits onze spraack in korte jaren herwerts (sedert
dat wy met de Walsche steden onder een ghemeen Vorst ende hof zyn
geweest) zo zeer met uytheemsche woorden vermengt is dattet schier
onder t'volck een onghewoonte zou zyn enkel Duits te spreken.'
|