De Spelling - Siegenbeek

Vorige Menu Volgende
Matthijs Siegenbeek

Vóór de 19de eeuw bestond er geen algemeen aanvaarde spelling.
In 1804 schreef Matthijs Siegenbeek zijn Verhandeling over de spelling der Nederduitsche taal ter bevordering van eenparigheid in dezelve.
Zijn spelling werd opgelegd door de Bataafse Republiek. In België werd ze officieel in 1844.

Hij wenste dat zijn werk zou helpen 'om de spelling onzer rijke en schoone moedertaal op vaste gronden te vestigen en eene eenparige gedaante te doen verkrijgen...'

SIEGENBEEK STIPTE DRIE VASTE GRONDEN AAN:

1 | 'Schrijf zoo als gij spreekt'.
2 | '[...] acht geven op de Afleiding.'
Met afleiding bedoelde hij zowel analogie (hond van honden), als etymologie. (Vandaar het onderscheid tussen koolen [groente] en kolen [brandstof], reis en rijs.)
3 | '[...] acht geven op het Gebruik.'(hert [dier] en hart [orgaan]).

In 1805 verscheen zijn Woordenboek voor de Nederduitsche spelling. Het is een woordenlijst vergelijkbaar met het Groene Boekje van 1954.