Woord vooraf

Vermoedelijk is het nieuwe Groene Boekje de meest recente uitgave die op deze tentoonstelling te zien is.
Bij de redactie van deze Woordenlijst van de Nederlandse taal werd niet alleen rekening gehouden met de nieuwe spelling. In deze lijst vindt de taalgebruiker ook nieuwe woorden terug. Woorden die in de afgelopen jaren en decennia opgang maakten en die intussen in onze taal gemeengoed geworden zijn. Andere woorden werden dan weer geschrapt omdat ze als verouderd worden ervaren en zelfs in onbruik zijn geraakt. Een vergelijking van het 'oude' met het 'nieuwe' Groene Boekje illustreert dat taal een levendig gegeven is.

We passen onze taal aan veranderende inzichten en gebruiken aan. Het is duidelijk dat de technologische evolutie die we vandaag meemaken een belangrijke stempel drukt op het taalgebruik. Onze taal vertelt dus heel wat over de tijd waarin we leven. Het spreekt dan ook voor zich dat historici, en eenieder met interesse voor onze geschiedenis, gefascineerd zijn en blijven door oude uitgaven.

Zowel literaire teksten als encyclopedieën of woordenboeken helpen ons om het verleden beter te begrijpen. En om evoluties die we vandaag meemaken in een breder perspectief te plaatsen. Niet alleen de inhoud van oude boeken vertelt ons iets over vervlogen tijden. Ook het uitzicht en de vormgeving van een boek worden sterk bepaald door de technische mogelijkheden en het smaakgevoel van een bepaalde tijd.

Deze tentoonstelling verhaalt over de boeiende geschiedenis en het rijke verleden van onze taal. Ze benadrukt tevens de belangrijke plaats van de taal binnen de cultuurgeschiedenis, en is daarom ook een uitnodiging voor ons allen om onze taal met zorg te hanteren.

Ik wens alle bezoekers een boeiende en leerrijke tocht doorheen de geschiedenis van onze taal.



Luc Martens Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn




Ten geleide

De CULTUURBIBLIOTHEEK, eind augustus 1955 als een mentaal voorontwerp tot stand gekomen, verwierf door het opnemen in het Belgisch Staatsblad van 7 februari 1957 haar juridisch bestaan.

Het inzicht van de stichting was het Vrij Secundair Onderwijs in het bisdom Brugge helpen Schooloorlog II te overleven. Bij het beëindigen van deze oorlog in 1959-1960 verviel de doelstelling, maar - zij het in embryonaire toestand - de bibliotheek bleef. Wat nu ? Zonder het omschreven doel doorgaan, of opdoeken ? Gedurende korte tijd werd in de tweede richting gedacht.

Inmiddels waren in het Vlaamse cultuurlandschap een paar nieuwe noden aan het groeien: de ene op het vlak van het Secundair Onderwijs, de andere op het vlak van het algemeen cultuurbeleid. Op het eerste vlak was er de pedagogisch-didactische eis de leerlingen van het Secundair Onderwijs actiever en creatiever in het proces van hun opleiding te betrekken. Inderdaad, moeilijk kan betwist worden dat tot in die jaren de leerling wat al te passief werd gelaten. Wie evenwel op deze eis ingaat, heeft voor plicht de gevolgen ervan te aanvaarden, wat o.m. betekent onmisbare apparatuur ter beschikking te stellen.
De tweede eis: als gevolg van het bijna veralgemeend Secundair Onderwijs en de zich aanmeldende explosie van het Hoger Onderwijs in zijn menigvuldige vormen, de plicht aan een intellectuele honger tegemoet te komen die niet alleen kon en ook niet alleen moest worden gestild door de gewone openbare bibliotheken. Kon de nu toch al bestaande Cultuurbibliotheek als uitgangspunt dienen voor een mars in de nieuwe richting ? Het antwoord is positief geweest.

Tussen beslissen op het papier en uitvoeren in de werkelijkheid ligt soms een diepe kloof. Er was een nieuwe periode begonnen die met een greintje fantasie een catacombentijd genoemd kon worden: meer dan dertig jaar lang bleef het boekenbestand van de Cultuurbibliotheek aangroeien. Inmiddels werd in 1990 onder de naam Vereniging Stock-Laureyns een v.z.w. 'voor boek en kultuur' gesticht met de uitgesproken bedoeling 'de algemene cultuurzending feller te belichten en zo trouw mogelijk na te leven'. Het totaal boekenaanbod steeg tot om en bij de negentigduizend volumes die - nutteloos te detailleren - bijna alle studiewerken op hoog niveau genoemd mogen worden.

Tot de opbouw van dit instrument hebben velen bijgedragen: sommigen met financiële steun, anderen als raad- of tipgevers, als aanbrengers van waardevolle, soms unieke stukken waarvan er hier dezer dagen enkele uitgestald liggen; nog anderen als schenker of wat al meer. Namen opdiepen gaat niet.

Van deze gelegenheid maken we niettemin graag gebruik om allen onze diepe dank te betuigen. Inzonderheid aan het Sint-Lodewijkscollege wegens hun gewaardeerde inbreng en ruime gastvrijheid, en vandaag ook aan de Kredietbank wegens het onthaal en de medewerking die ons hier te beurt vallen. Toch - sint odiosa nomina - moeten er namen vallen: die van een viertal personen zonder wie niets zou tot stand gekomen zijn. Zij hebben de last van de dagdagelijkse bibliotheekarbeid op zich genomen met een welsprekendheid, een gedegenheid - ik schreef bijna een wijding - die het niet past in hun veelvormigheid te analyseren. De leiding wordt waargenomen door de heer Walter de Smaele: vanaf 1963 heeft hij, letterlijk en figuurlijk, 'bergen werk verzet'. Hij wordt bijgestaan door het echtpaar Johan Blontrock - Nicole Vanhoecke, uitmuntend door hun onfeilbare preciesheid en door drs. Pol L. Vancoillie, een man van een uitzonderlijke wetenschappelijke acribie.

Dank zij de jarenlange inspanning van deze ploeg durft en kan het bestuur van de Cultuurbibliotheek de uitnodiging herhalen die op haar vroegste bibliotheekstempel boven een boekaanreikende en een boekaanvaardende hand te lezen stond: Tolle, lege; Neem me mee, lees. Als jong leraar was Aurelius Augustinus, ondanks de bijval die hem tegemoet trad, een diep mistevredene. Toen hoorde hij, op zekere dag, een stem hem uitnodigend, toeroepen: Tolle, lege. Open op zijn werktafel lag een filosofisch tractaat. Hij nam en las. Het is het begin geweest van een ommekeer met wereldwijde gevolgen. Zo ook komt de Cultuurbibliotheek tot elk van ons met dezelfde uitnodiging: Neem en lees.

Dr. R. Stock
Stichtend lid van de Cultuurbibliotheek




Inleiding

ER WERD WEL EENS ROMANTISCH GESCHREVEN: 'de taal is gansch het volk'. Taal is zeker een uitzonderlijk instrument om met elkaar te communiceren; bovendien is het ook de basis van waaruit we de wereld tegemoet treden en de poort waarlangs we vreemde culturen binnenbrengen. Omdat ons taalgebied relatief klein is, moet het zeker als een eenheid kunnen functioneren: het is belangrijk dat wij die Nederlands spreken, onze gemeenschappelijke taal degelijk beheersen.
Enig inzicht in de ontwikkeling van onze taal kan ons beslist meer waardering ervoor bijbrengen. Deze tentoonstelling en catalogus behandelen de "externe" taalgeschiedenis van het moderne Nederlands van 1550 tot op vandaag; de "interne" geschiedenis ervan (b.v. de syntaxis, de behandeling van het werkwoord, de ontwikkeling van de klanksystemen, de woordvormen of de vorming van het zinspatroon), wordt slechts terloops besproken. Aan de hand van oorspronkelijke teksten en boeken uit de Cultuurbibliotheek, wordt een evocatie gebracht van de Nederlandse taal.
Wij danken de directie van de Kredietbank voor haar hulp en gastvrijheid. Mevrouw Chantal Barbio heeft de samenwerking van de bank en bibliotheek mogelijk gemaakt door alle problemen vlot te behandelen. Conservator dr. Francine de Nave van het Museum Plantin-Moretus gaf de toelating het portret van Kiliaan 'De proeflezer' (cat. MPM V IV-2) te reproduceren. Schepen Danny Schoon van Ninove bezorgde ons een foto van het schilderij van Despauterius. Hilde Michiels en Luk Nonneman verzorgden de grafische vormgeving. Lieven Forrez hielp met zijn Bidoc-programma ons bestand Nederlandse taaalkunde ter consultatie op de tentoonstelling te brengen. Filip van Silicon Center Brugge stelde een demonstratie-pc ter beschikking. Dr. Frans Debrabandere gaf een paar boeken in bruikleen maar verbeterde vooral alle teksten en gaf heel wat pertinente aanwijzingen. Aan allen onze oprechte dank.
Wij hopen dat Vijf eeuwen Nederlands de belangstelling voor, en de studie van onze taal zal bevorderen.

Walter de Smaele
Bibliothecaris van de Cultuurbibliotheek.


1. De vroege Renaissance 1550-1600

1.1. De periode vóór 1550

1. DESPAUTERIUS, IOHANNES,
Commentarii Grammatici, eorum, quae in Commentariis sparsim annotata sunt, Index amplissimus. / Despauterius, Iohannes.

Parijs : Ex Officina Roberti Stephani, 1537-[1538], 4°, 692 blz. + (31) bll.

Johannes Despauterius [Jan Despauter of De Spouter] (° Ninove 1480 - + Komen 1520), grammaticus.

Jan Despauter is de eerste Zuid-Nederlandse grammaticus die er in geslaagd is de basisregels van het zuivere klassieke Latijn in zijn werken over grammatica, versleer, spelling en stilistiek vast te leggen. In zijn Commentarii Grammatici zijn voor het eerst zijn Rudimenta [Introductorium Juvenum in grammatica opusculum] (Antwerpen 1515) - [Grammaticae] prima pars (Parijs 1512) - Syntaxis (Straatsburg 1515) - Ars versificatoria (Parijs 1511) - De accentibus (Parijs 1537) - De carminum generibus (Parijs 1537) - De figuris (Parijs 1519) - Ars epistolica (Parijs 1513) en Orthographia (Antwerpen 1529) bijeen gebracht. De boekband ligt open op het "Secundam pars huius opusculi, Latinitatis regulas vulgatiores brevissimè completens" van de Rudimenta waarin de begrippen, de syntaxis en de lexicografie van het klassieke Latijn worden beschreven.

2. SERVILIUS, IOANNES,

Dictionarium triglotton hoc est tribus linguis latina, graeca et ea qua tota haec Inferior Germania utitur. / Servilius, Ioannes.

Antwerpen : In aedib. Petri Belleri sub Scuto [B]urgundiae, 21581, 8°, (317) bll.

Ioannes Servilius [Jan Knaep (Knapius)] (° Weert 16e eeuw ? + Antwerpen ná 1545), als grammaticus en filoloog te Antwerpen actief tussen 1536 en 1545.

De eerste uitgave werd in Antwerpen in 1545 bij Michaël Hillenius Hoochstratanus (1506-1546) gedrukt.

1.2. De periode 1550-1575

3. LAMBRECHT, JOAS,
Néderlandsche Spellinghe uutghesteld bij vrághe ende andwoorde. / Lambrecht, Joas.

Gent : [Joas Lambrecht], 1550, 4°, (37) bll.

Joos Lambrecht
(° Gent 1490 - + Wesel 1556), drukker-graveur, schoolmeester, grammaticus en dichter.

Dit boek, in dialoogvorm tussen een Measter en een Learknecht, behandelt de spelling van het Nederlands in drie delen:
1. Het alfabet, benaming en uitspraak, met voorbeelden en nuttige inlichtingen over afkortingen en Romeinse cijfers;
2. Uitspraak met voorbeelden van allerlei lettercombinaties;
3. Grammatische figuren en leestekens;
Zijn spellingshervorming (o.a. aa in plaats van ae in een gesloten lettergreep) staat onder invloed van de Franse spellingsbeweging van o.a. Etienne Dolet (1509-1546), Louis Meigret (1510-1560) en Jacques Peletier du Mans (1517-1582), taalgeleerden en Pléiade-dichters. Van dit boek is maar één origineel exemplaar in-8° bewaard. Het komt uit de bibliotheek van F. Vander Haeghen (1830-1913) en berust te Gent U.B. 196. In 1882 werd een uitgave in facsimile of fototypie verzorgd door Karel D' Hoy bij de Drukkerij van C. Annoot-Braeckman - Ad. Hoste te Gent voor de Maatschappij der Vlaamsche Bibliophilen (4e Reeks, 3). Het hier getoonde nominatim exemplaar Nr. 6 werd gedrukt voor A. de Portemont (1814-1886) en ligt open op de slotverzen met twee figuren: de Beresper tegenover de Néderlandsche Spellinghe.

4. [LAMBRECHT, JOAS],
Naembouck van allen natuerlicken ende ongheschuumde vlaemsche woorden, ghestelt in ordene by a b c, ende twalsch daer by ghevought, tot voorderinghe van der jongheyt in beyde de talen : van nieuws verbétert ende van veel Vlaemsche woorden grooteliken ghemeerdert. / [Lambrecht, Joas].

Gent : Recht ouer tSchepenhuus, by Henric van den Keere, op den houk van der Saeysteghe in den Onzekeren-tijd, 1562, 8°, (100) bll.

Dit Nederlands-Frans woordenboek volgt de nieuwe lexicografische methode van de Gentse schoolmeester en is een jongere poging (ca. ?1545) om het onderwijs in de spelling te vernieuwen. Van deze zeldzame tweede druk - "Bouen dien ooc, dat den eersten druk (by wilent Ioos Lambrecht binnen deser stede gheprentt) alreede van ouer veel jaren ghefailliert, niet vindelik ende seer ghesocht is gheweest: zo zijn wy (= Henric vanden Keere senior, 1556-1580) hendelinghe van den zinne gheworden om den zeluen wederomme te drucken ende int licht te bringhene." - is maar één origineel exemplaar in-8° bewaard in het Museum Plantin-Moretus te Antwerpen : Salle Impr. Etr. 68. Beide exemplaren van de kritische uitgave die in 1945 door R. Verdeyen te Luik en Parijs werd bezorgd voor de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte van de Rijksuniversiteit in Luik (Bibliothèque de la Faculté de Philosophie et Lettres de l' Université de Liège, XCVIII) liggen open op de reproducties van de titelbladen.

5. DE CASTELEYN, MATTHIJS,
De konst van rethoriken, allen aenkommers ende beminders der zelver, een zonderlingh exemplaer, ende leerende voorbeelt, niet alleen in allen soorten ende sneden van dichten, maer oock in alles dat der edelder konst van poësien aenkleeft. / de Casteleyn, Matthijs.

Rotterdam : By Jan Van Waesberghe de Jonghe/ Op 't Stey-gher aenden Koren-Merct, 1616, 12°, (xiv)?196 bladz. + (18) + (36) + (31) bll.

Matthijs de Casteleyn (° 1485 ? + ná 1548, vóór 1555), rederijker, priester en excellent Poëte moderne, facteur van den Pax-vobiscanen ende Kerssauwieren t' Audenaerde.

De eerste uitgave van deze Const van Rhetoriken verscheen in Gent eind 1555 bij Jan Cauweel. In de uitgave Gent 1573, schrijft de uitgever Geleyn Manilius (1558-1573) over het (oudste bekende) Liedekensboek : "Hier hebdy Casteleyns Liedekins met den voysen oft wysen daer by ghevought, die ick met groote moeyte, cost ende arbeyt, deur langhe ende veel zouckens vercreghen hebbe van zommighe liefhebbers binnen ende buyten Audenaerde, ende daer naer op musyck noten ghestelt, op dat, die de wijsen niet en weten, te beter moghen daer aen gheraken". Het is de laatste herdruk van de verzamelband met afzonderlijke paginering en secundair titelblad die de C.v.R. met de Baladen van Doornijcke, de Historie van Pyramus ende Thisbe, de twee refereinen uit Amoureus en de Diversche Liedekens bevat en waarvan in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel en 's-Gravenhage, de U.B. van Amsterdam, Leiden, Utrecht en Gent, de Bibliothèque Nationale van Parijs, de Stadsbibliotheek van Haarlem en het Stadsarchief van Oudenaarde nog exemplaren bewaard worden. Hier wordt de Fortuna-plaat op de verso-zijde van het voorwerk tegenover blz. 1 getoond.

6. [PLANTINUS, CHRISTOPHORUS],
Dictionarium Tetraglotton seu voces latinae omnes et graecae eis respondentes, cum gallica & teutonica (quam passim flandricam vocant) earum interpretatione. / [Plantinus, Christophorus].

Antwerpen : In aedibus Ioannis Stelsij, 1562, 8°, (ii)-(viii)-331-(i) bll.

Christophorus Plantinus [Christoffel Plantijn] (° Saint-Avertin, Tours ca. 1520 ? + Antwerpen 1 juli 1589), industriëel drukker.

Het exemplaar uit de Cultuurbibliotheek dat open ligt op het (tweede) titelblad, is de anastatische herdruk op 100/100 naar het exemplaar - Signatuur A. 1566. - van het Museum Plantin-Moretus te Antwerpen, in 1972 herdrukt door de Uitgeverij Mouton in 's-Gravenhage, voor de Reeks Monumenta Lexicographica Neerlandica/Oude Nederlandse Woordenboeken opnieuw uitgegeven onder auspiciën van de Stichting Instituut voor Nederlandse Lexicologie, onder de redaktie van F. de Tollenaere en G. de Smet, in Reeks II: 16de eeuw, Deel 2/1.

7. [PLANTINUS, CHRISTOPHORUS],
Thesaurus Theutonicae linguae. Schat der Nederduytscher spraken. / [Plantinus, Christophorus].

Antwerpen : Ex officina Christophori Plantinì Prototypographi Regij, 1573, 8°, (275) bll.

"Plantin wilde van zijn Thesaurus of Schat der Neder-duytscher spraken het eerste volledige Nederlandse woordenboek maken, zodat zijn aandacht meer dan die van de oudere lexicografen naar het Nederlands uitging [...]. Toch beschouwde Plantin zijn Thesaurus nog niet als "af": het bleek te moeilijk "d' amasser et ordonner premierement un Dictionnaire absolut en quelque langue vulgaire"; er kon nog zoveel aan toegevoegd en gewijzigd worden "que iamais n' eussions eu la fin de la premiere impression de ce Dictionnaire". De Thesaurus geeft inderdaad de indruk slecht afgewerkt te zijn. De lemmata werden zonder veel persoonlijk werk overgezet of aangepast uit Franse, Duitse en Nederlandse bronnen [...]. Met het nodige kritisch onderzoek echter kunnen we de Thesaurus gebruiken als een belangrijk taaldocument uit de zestiende eeuw". (Frans Claes s.j., 1970).

8. JUNIUS, HADRIANUS,
Nomenclator omnium rerum, propria nomina, septem diversis linguis explicata, indicans, [Tertia Editio]. / Junius, Hadrianus.

Antwerpen : Ex officina Christophori Plantini, 31583, 8°, (xii) ?432?(lxviii) blz.

Hadrianus Junius [Adriaen de Jonghe] (° Hoorn 1 juli 1511 ? + Middelburg 16 juni 1575), humanist, filoloog, historicus en dichter.

Deze derde uitgave is een herdruk van de tweede vermeerderde uitgave van 1577. Ons exemplaar ligt open op het titelblad en heeft het eigendomsmerk van Jul[iaan] Claerhout (1859-1929) (20e eeuw) op het eerste schutblad recto.

9. JUNIUS, HADRIANUS,
Nomenclator omnium rerum, propria nomina, septem diversis linguis explicata, indicans, [Editio octava]. / Junius, Hadrianus.

Frankfurt : Excudebat Egnolphvs Emmelivs Sumptibus Ionae Rosae Viduae, 81620, 8°, (vii)?545?(lxxiv) blz.

10. SASBOUT, MATHIAS,
Dictionaire Francois?Flameng tres ample et copieux. [Quatrieme Edition]. / Sasbout, Mathias.

Antwerpen : Chez Iean Waesberghe, en la rue dicte, Camerstrate, à l' Escu de Flandres, 41583, 8°, (231) bll.

Mathias Sasbout, 16e eeuwse lexicograaf en rechtsgeleerde uit Antwerpen.

De eerste uitgave dateert van 1570, de tweede van 1576, de derde van 1579. Auec vn Traicté singulier de la Nauigation, Venerie, & Fauconnerie, approprié à la langue Flamengue.

11. KILIANUS, CORNELIUS,
Etymologicum Teutonicae linguae, sive dictionarium Teutonico-Latinum, Editio tertia, prioribus auctior & correctior. / Kilianus, Cornelius.

Antwerpen : Ex Officina Plantiniana, Apud Ioannem Moretum, 31599, 8°, (xvi)?794-(vi) blz.

Cornelius Kilianus [Corneel Kiliaan (van) Kiel] (° Duffel 1528/9 ? + Antwerpen 15 april 1607), corrector, taalkundige en lexicograaf.

In 1974 werd door de uitgeverij Familia et Patria p.v.b.a. in Handzame een anastatische herdruk gerealiseerd voorzien van een inleiding en een naschrift door Frans Debrabandere en Michiel Mispelon.

12. KILIANUS, CORNELIUS ; (VAN) HASSELT, GERARD,
Etymologicum Teutonicae linguae, sive dictionarium Teutonico-Latinum, praecipuas teutonicae linguae dictiones et phrases latine interpretatas et cum aliis nonnullis linguis obiter collatas completens. [...] Cvrante Gerardo Hasselto Arnhemiensi. Qviet svas adnotationes adiecit. Tom. I. [&] II. [Editio undecima]. / Kilianus, Cornelius ; (van) Hasselt, Gerard.

Utrecht : Apvd Roelandvm de Meyere, 111777, 4°, (xxii) ?[930] [I.]365-(ii) + [II.] (ii)-367-930-(ii) blz.

Gerard (van) Hasselt (° Arnhem 27 augustus 1751 - + Daalhuizen, Velp 16 december 1825), Mr. in de rechten, advocaat, raadsheer en historicus.

Corneel Kiliaan neemt een ereplaats in op de scheiding van het Middelnederlands, beschreven door Verwijs en Verdam, en het Nieuwnederlands, beschreven in het Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT).

1.3. De periode 1575-1600

13. [SPIEGHEL, HENDRIK LOUWERISZOON],
Twe-spraack van de Nederduitsche Letterkunst. / [Spieghel, Hendrik Louweriszoon].

Leiden : By Christoffel Plantyn, 1584, 8°, (xvi)-112 blz.

Hendrik Louweriszoon Spieghel (° Amsterdam 11 maart 1549 ? + Alkmaar 4 januari 1612), koopman, dichter en magistraat.

In 7 dialogen (= Twe-spraack) overtuigt Gedeon [Fallet (1544-1604/15)] zijn neef Roemer [Visscher (1547-1620)] liever dan bastaardwoorden, eigen woorden te gebruiken. Eenlettergrepige woorden en kreeftwoorden die zo veelvuldig in onze taal voorkomen (lepel, lel, pop, pyp ...), bewijzen trouwens dat het Nederlands (= het Duyts, het Duits) de oudste taal is. Hij schrijft over spelling (liever aa dan ae) en uitspraak, over verbuiging (waarbij hij steeds vergelijkt met het Latijn) en vervoeging, maar ook over 'talschrift', 'maatklank' (prosodie) en de 'ryckhyd des taals'. Spieghel vindt dat het Nederduits "zo zwackelyck opghehulpen ende zo wainigh met gheleerdheyd verryckt ende verciert word [...]". En de reden? "Overmits onze spraack in korte jaren herwerts (sedert dat wy met de Walsche steden onder een ghemeen Vorst ende hof zyn geweest) zo zeer met uytheemsche woorden vermengt is dattet schier onder t' volck een onghewoonte zou zyn enkel Duits te spreken". Het boek dat anoniem werd uitgegeven door de Amsterdamse rederijkerskamer In Liefd' Bloeyende, ligt open op de titelplaat. Ingebonden bij [Hendrik Louweriszoon Spieghel], Rederijckkunst, 4.

14. [SPIEGHEL, HENDRIK LOUWERISZOON],
Kort Begrip des Redenkavelings, in slechten rym vervat. / [Spieghel, Hendrik Louweriszoon].

Leiden : By Christoffel Plantyn, 1585, 8°, 23 blz.

Ingebonden bij [Hendrik Louweriszoon Spieghel], Rederijckkunst, 2.

15. [SPIEGHEL, HENDRIK LOUWERISZOON],
Ruygh-bewerp van de Redenkaveling, ofte Nederduytsche Dialectike. / [Spieghel, Hendrik Louweriszoon].

Leiden : By Christoffel Plantyn, 1585, 8°, 182-(ii) blz.

Ingebonden bij [Hendrik Louweriszoon Spieghel], Rederijckkunst, 3.

16. [SPIEGHEL, HENDRIK LOUWERISZOON],
Rederijckkunst in rijm opt kortst vervat. / [Spieghel, Hendrik Louweriszoon].

Leiden : By Franchoys Raphelinghen, 1587, 8°, 31 blz.

Alle originele uitgaven van Spieghel in het bezit van de Cultuurbibliotheek, werden samen ingebonden in een volle, gladde, perkamenten band over karton uit de 19e eeuw.

17. MELLEMA, EDOUARD LEON,
Den schat der Duytscher Tale, met de verklaringe in Fransois, van nieus grootelijcx vermeerdert. / Mellema, Edouard Leon.

Rotterdam : By Jan van Waesberghe /inde Fame, 51622, 8°, (314) bll.

Else, Eduard Leo Mellema (° Leeuwarden 1544 - + onbekend), Fries dichter en boekhouder.

De eerste uitgave verscheen in 1589 in Antwerpen bij Jan (Joannes) I van Waesberghe (1528-1591). Gewoonlijk komen de vertaalwoordenboeken van Mellema met de primaire titel Dictionaire ou promptuaire Flameng-François gebonden in één band voor; enkele malen zoals hier, treft men één deel afzonderlijk aan.

18. [(VAN) WAESBERGUE, ISAAC],
Le grand Dictionaire François-Flamen : Augmenté en ceste derniere edition d' une infinité de vocables, dictions et sentences tres-elegantes & necessaires. / [(van) Waesbergue, Isaac].

Rotterdam : Chez Isaac (van) Waesbergue, à l' enseigne de la Fame, auprès le Marché., 41636, 8°, (255) bll.

Isaac (van) Waesberghe (° Rotterdam 7 juni 1606 - + Rotterdam 17 oktober 1648), uitgever en drukker.

De eerste uitgave verscheen in 1589 in Antwerpen bij Jan (Joannes) I van Waesberghe (1528-1591). Komt ook samen gedrukt - "de nostre Imprimerie le 1. d' Avril 1636." - en ingebonden met volgend nummer voor, met een in koper gegraveerd frontispice; dit frontispice met de portretmedaillons van zes taalgeleerden, toont in de bovenrand de Faam ('Fame') met het monogram van de familie van Waesberghe.

19. MELLEMA, EDOUARD LEON,
Den schat der Duytscher Tale, met de verklaringe in 't Fransoys, van nieus grootelijckx vermeerdert. / Mellema, Edouard Leon.

Rotterdam : By Isaack van Waesberge / Boeckverkooper inde Fame, 61636, 8°, (316) bll.

2. De doorbraak van de Renaissance 1600-1620

20. VANDER MYLIUS, ABRAH[AMUS],
Lingua Belgica, sive de linguae illius communitate tum cum plerisque alijs. / vander Mylius, Abrah[amus].

Leiden : Pro Bibliopolio Commeliniano, Excudebant Vlricus Cornelij & G. Abrahami, 1612, 8°, (xxiv)-259-(viii) blz.

Abrahamus vander Mylius [Abraham van der Mijl] (° 's-Heerenberg 13 februari 1563 - + Dordrecht 27 maart 1637), dichter en predikant.

Zijn werk, nog geschreven in het humanistenlatijn, is de eerste vergelijkende taalstudie over het Nederlands.

21. SMYTERS, ANTHONI,
Epitheta, dat zijn bynamen oft toenamen. / Smyters, Anthoni.

Rotterdam : By Jan van Waesberghe aen de Merct inde Fame, 1620, 8°, (211) bll.

Anthoni Smyters (° Antwerpen ca. 1545 ? + Amsterdam ná 1625), taal-, letter- en rekenkundige en kalligraaf, lid van 't Lavendel, de Brabantse rederijkerskamer te Amsterdam.

Deze Epitheta - hier openliggend op het titelblad - die nogmaals in 1624 worden herdrukt, zijn een vertaling en een aangevulde bewerking van de Épithètes (Parijs, 1571) van de Franse dichter Maurice de La Porte (1530-1571). Het is een boek - de auteur zelf kan het niet duidelijker omschrijven - "niet alleenlijck bequaem ende dienstlijck voor alle die de Poëten?konste beminnen, maer oock om alle andere Nederduytsche compositien te vercieren". Anthoni Smyters behoort, eens te Amsterdam gevestigd, tot de kring van "Francoysche schoolmeesters" en blijft vooral bekend als taalpurist en fabeldichter.

22. [MARTINEZ DE WAUCQUIER, MATTHIAS],
Triglotton dictionarium sive thesaurus latino?graeco?flandricus, iam nunc recens auctus, emendatus. / [Martinez de Waucquier, Matthias].

Antwerpen : Ex officina typographica Hieronymi Verdvssii, 1621, 8°, (428) bll.

Matthias Martinez [Martinius de Waucquier] (° Middelburg onbekend ? + Antwerpen 1642), vertaler, corrector en filoloog.

23. MARTINEZ [DE WAUCQUIER], MATTHIAS,
Dictionarium tetraglotton, in quo voces Latinae omnes, et Graecae his respondentes cum Gallica & Teutonica singularum interpretatione, ordine alphabetico proponuntur. / Martinez [de Waucquier], Matthias.

Antwerpen : Apud Ioannem Mevrsivm, 1644, 8°, (495) bll.

24. MARTINEZ [DE WAUCQUIER], MATTHIAS ; [MONTANUS, ARNOLDUS],
Dictionarium tetraglotton novum, in quo voces Latinae omnes, & Graecae his respondentes cum Gallica & Teutonica singularum interpretatione, ordine alphabetico proponuntur. / Martinez [de Waucquier], Matthias ; [Montanus, Arnoldus].

Amsterdam : Apud Viduam Joh. Schipperi sub signo Livii, in platea vulgo dicta Swanenburghs?straet, 1679, 8°, (299) bll.

Arnoldus Montanus (° Amsterdam 1625 - + Schoonhoven 1683), predikant.

Dit is de eerste uitgave van medeauteur Arnoldus Montanus.

25. MARTINEZ [DE WAUCQUIER], MATTHIAS ; NICOLAIDES, JOHANNES,
Novum dictionarium tetraglotton, in quo voces Latinae omnes, & Graecae his respondentes cum Gallica & Belgica singularum interpretatione, ordine alphabetico proponuntur. / Martinez [de Waucquier], Matthias ; Nicolaides, Johannes.

Amsterdam : Apud Rud. & Gerh. Wetstenios. ac Prostat Sylvae Ducis Apud Petrum Scheffers, 1719, 8°, (316) bll.

Johannes Nicolaides (° Hindeloopen 1660 - + Bolsward 1726), conrector te Dokkum en Leeuwarden en rector te Hindeloopen en Bolsward.

3. De rijpe Gouden Eeuw 1620-1670

26. [AERTS(S)ENS, HENDRICK],
Dictionariolum et colloquia octo linguarum. Dictionaire et colloques en huict langues. / [Aerts(s)ens, Hendrick].

Antwerpen : Apud Henricvm Aertsens, 21662, 8° oblong, 358?(ii) blz.

Hendri(c)k II Aerts(s)ens, Antwerps drukker en uitgever uit de 17e eeuw.

De eerste uitgave van dit dialoog- en woordenboekje verscheen bij Hendrick I Aerts(s)ens, in Antwerpen in 1630, met als titel Colloquia et Dictionariolum octo linguarum, Latinae, Gallicae, Belgicae, Teutonicae, Hispanicae, Italicae, Anglicae et Portugallicae / Colloques ou dialogues avec un dictionaire en huict langages, Latin, Flamen, François, Alleman, Espaignol, Italien, Anglais et Portuguez.

27. BINNART, MARTINUS,
Biglotton sive dictionarium Teuto-Latinum novum. / Binnart, Martinus.

Antwerpen : Sumptibus Viduae Cnobbarts, 1649, 12°, (318) bll.

Martinus Binnart (° Eisenach onbekend ? + Antwerpen 1653/4), boekhandelaar, krantenuitgever, typograaf en lexicograaf.

Dit Biglotton sive dictionarium Teuto-Latinum novum is een nieuwe aangevulde uitgave van zijn in 1635 in Antwerpen bij H. Verdussen verschenen Dictionarium Teutonico-Latinum.

28. MONTANUS, PETRUS,
Bericht van een niewe konst, genaemt de Spreeckonst. / Montanus, Petrus.

Delft : Gedruct by Ian Pietersz. VVaalpot, by 't Stadthuys inde Druckerij, 1635, 8°, (iv)-164 blz.

Petrus Montanus [Pieter (van den) Berch] (° Delft 1595 - + Nieuwenhoorn, Hellevoetsluis 1638), hervormd predikant.

De titel zelf behandelt het spellingsprogramma van de auteur: "Waer in verhandelt ende in 't licht gebracht wort, den rechten en tot nuu toe verborgen aert van alle uitspraec : als met naemen, vande Oude ende veel Niewe Letteren, vande Woordleeden, Woorden, Reedensneen, Reedenleeden, ende Reedenen : Zeer nut ende dienstich voor alle Mensen, en 't byzonder voor alle gemeene School-meesters, Taelmeesters en die Taelen leeren, Dichters, die inde Logica en Physica lust hebben, Genees-meesters, en Ouders, als inde Inleiding wort getoont : daer in ooc eenige noodige stucken vande Spraec-Merckonst beschreeven zijn".

29. MEIJER, L[ODEWIJK],
Woordenschat. Zesden druk, verbeterd, en veel vermeerdert in het derde deel. / Meijer, L[odewijk].

Amsterdam : By Hendrik Boom, en de Wed. van Dirk Boom, op de Cingel, by den Jan-Roon-Poorts-Tooren, 61688, 12°, (xxii)-791 blz.

Lodewijk Meijer (° Amsterdam 18 oktober 1629 - + Amsterdam 25 november 1681), medicus, schouwburgintendant, dichter en filoloog, stichter van het kunstgenootschap Nil Volentibus Arduum.

Lodewijk Meijer bezorgde aanvankelijk in 1654 een tweede druk van J. Hofmans Nederlantsche woordenschat uit 1650. De vijfde helemaal herwerkte druk verscheen in 1669 onder zijn eigen naam met de nieuwe titel Nederlandtsche woordenschat : dat is verduytschinge van uytheemsche woorden, die somtijds onder het Nederlandtsch gevonden worden en bevatte 3 delen: 1. Bastaardt-woorden; 2. Konst-woorden & 3. Verouderde Woorden. Het werk beleefde in 1805 in Dord-recht, bij A. Blussé & Zoon, zijn twaalfde druk.

30. MEIJER, L[ODEWIJK],
Woordenschat. De Tiende druk, alom veel vermeerdert en verbeterd, Eerste Deel. / Meijer, L[odewijk].

Amsterdam : By Jeronimus Ratelband, op de Agterburgwal, by de Tooren-Steeg, over de Brouwery van de Hooyberg, 101745, 12°, (xxii)-274 blz.

31. MEIJER, L[ODEWIJK],
Woordenschat. Vervattende de Konst-woorden, De Tiende druk, alom veel vermeerdert en verbeterd, Tweede Deel. / Meijer, L[odewijk].

Amsterdam : By Jeronimus Ratelband, op de Agterburgwal, by de Tooren-Steeg, over de Brouwery van de Hooyberg, 101745, 12°, 366 blz.

Ingebonden bij L[odewijk] Meijer, Woordenschat. De Tiende druk, alom veel vermeerdert en verbeterd, Eerste Deel, 2.

32. MEIJER, L[ODEWIJK],
Woordenschat. Vervattende de Verouderde Woorden, De Tiende druk, alom veel vermeerdert en verbeterd, Derde Deel. / Meijer, L[odewijk]. Amsterdam : By Jeronimus Ratelband, op de Agterburgwal, by de Tooren-Steeg, over de Brouwery van de Hooyberg, 101745, 12°, (ii)-196 blz.

Ingebonden bij L[odewijk] Meijer, Woordenschat. De Tiende druk, alom veel vermeerdert en verbeterd, Eerste Deel, 3.

4. De tijd van het Frans Classicisme 1670-1713

33. HALMA, FRANÇOIS,
Woordenboek der Nederduitsche en Fransche taalen. Vierde Druk ; Dictionnaire Flamand & François. Quatrième Edition. / Halma, François.

's-Gravenhage & Leiden : By J. Thierry, & C. Mensing. [&] P. van der Eyk, & D. Vygh, 41781, 4°, (vi)?821 blz.

François Halma (° Langerak 3 januari 1653 - + Leeuwarden 13 januari 1722), drukker.

Eerste druk : Amsterdam 1708.

5. De 18e eeuw 1713-1795

34. HANNOT, S[AMUEL] ; VAN HOOGSTRATEN, D[AVID FRANSZOON] ; VERHEYK, H[ENRICUS],
Nederduitsch en latynsch woordenboek, ten dienste der Latynsche Schoolen. / Hannot, S[amuel] ; van Hoogstraten, D[avid Franszoon] ; Verheyk, H[enricus].

Amsterdam & Leiden : By Gerrit de Groot en Zoon, en Samuel en Johannes Luchtmans, 41777, 8°, (xx)?1062 blz.

Samuel Hannot.
David Franszoon van Hoogstraten (° Rotterdam 14 maart 1658 - + Amsterdam 21 november 1724), medicus, dichter en filoloog.
Henricus Verheyk (° Amsterdam onbekend - + Leiden 1784), conrector.

Een tweede exemplaar is gebonden in een (anonieme) volle kalfslederen band over karton, met 5 nerven (eind 18e eeuw) voorzien van een goudgestempelde rugtitel: VAN HOOGSTRATEN¦NEDERD. EN LATYNSCH¦WOORDENBOEK.

35. TEN KATE, LAMBERT HERMANSZ[OON],
Aenleiding tot de kennisse van het verhevene deel der Nederduitsche sprake, Eerste Deel. / ten Kate, Lambert Hermansz[oon].

Amsterdam : By Rudolph en Gerard Wetstein, 1723, 8°, (xlvi)-743-(i) blz.

Lambert Hermansz[oon] ten Kate (° Amsterdam 12 januari 1674 ? + Amsterdam 14 december 1731), Nederlands taalkundige en korenverkoper.

Als voorloper van de vergelijkende taalwetenschap van de 19e eeuw, heeft ten Kate in zijn belangrijk taalwetenschappelijk werk, geschreven tussen 1711 en 1719, laten zien hoe de aard en de samenhang tussen een oudere en een jongere taal, vooral bij de klankwisselingen der sterke werkwoorden, een historische eenheid vormen.

36. TEN KATE, LAMBERT HERMANSZ[OON],
Aenleiding tot de kennisse van het verhevene deel der Nederduitsche sprake, Tweede Deel. / ten Kate, Lambert Hermansz[oon].

Amsterdam : By Rudolph en Gerard Wetstein, 1723, 8°, (viii)-748-(ii) blz.

37. VAN HOOGSTRATEN, D[AVID FRANSZOON],
Lyst der gebruikelykste zelfstandige naemwoorden, De vierde Druk. / van Hoogstraten, D[avid Franszoon].

Amsterdam : By Adriaan Wor, en de Erve G. onder de Linden, 41733, 12°, (cx)-512-(ii) blz.

David Franszoon van Hoogstraten (° Rotterdam 14 maart 1658 - + Amsterdam 21 november 1724), medicus, dichter en filoloog.

Eerste druk : Amsterdam 1720.

38. VAN BELLE, JAN,
Korte wegwyzer, ter spel-, spraak- en dichtkunden. / van Belle, Jan.

Haarlem : gedrukt by Izaak van der Vinne, Boek- en Papierverkooper in de Warmoesstraat, 1748, 8°, (viii)?100-(vi) blz.

Jan van Belle (° Haarlem ca. 1690 - + Haarlem 30 april 1754), dichter, onderwijzer en grammaticus te Haarlem.

Jan van Belle was lid van de Haarlemse rederijkerskamer De Wijgaardrank en een groot voorstander van een "goedt en zuiver Nederduits". Hij schreef een spraakkunst op rijm (1748) en een in proza, nl. de Korte Schets der Nederduitse Spraakkunst (Haarlem 1755) - postuum bij Christoph Heinrich Bohn gedrukt. Hij was een vurig maar zeer kritische aanhanger van het standpunt van Lambert ten Kate (1674-1731); tevens was hij een bewonderaar van zijn tijdgenoten Arnold Moonen (1644-1711) en Willem Séwel (1654-1720). Zijn Aanmerkingen, in voetnoot van zijn Korte wegwyzer, ter spel-, spraak- en dichtkunden, laten een grote belangstelling zien voor de spellingskwestie en voor de klank- en stemvorming van het Nederduits. Zijn Letterroos of AB.-letterlijst, door Bohn afgebeeld in de Korte Schets der Nederduitse Spraakkunst, met slechts 24 letters, ontwierp hij om zijn leerlingen het alfabet met de klankwaarde in het geheugen te prenten.

39. [VERDUSSEN, JOANNES HIERONYMUS] ; POMEY, FRANCISCUS,
Novum dictionarium belgico-latinum ex optimis authorum tam recentiorum quàm veterum monumentis. / [Verdussen, Joannes Hieronymus] ; Pomey, Franciscus.

Antwerpen : Apud Joannem Hieronymum Verdussen, in foro Calceorum sub signo Aviarij, 1761, 8°, (xxiv)-862-(ii) blz.

Joannes Hieronymus VII Verdussen (+ Antwerpen 25 november 1794), drukker en boekhandelaar te Antwerpen.
Franciscus Pomey (° Comtat Venaissin 1618 ? + Lyon 1673), S.J., rector te Lyon.

Dit woordenboek dat in het onderwijs werd gebruikt, kende veel herdrukken en bewerkingen o.m. door Jan Grangé, in Antwerpen, s.a. [1786-1787] en door Jacob Lekens in Maastricht, s.a. [1804-1805]. Deze laatste uitgever schrijft over het mijden van bastaerd-woorden in het Nederduytsch, in zijn Voor-Bericht tot den Lezer deze belangrijke opmerking : "[...] Ook hebben zy (d.z. J. H. Verdussen en navolgers) goedgevonden de Uytheemsche of bastaert-woorden naer den grond der Nederduytsche Taele uyt te leggen, en daer af een bezondere Appendix of Aenhangsel aen het eynde van dit Werk in ordre te voegen, strekkende tot nut en voordeel van de Studenten, als ook van zommige Meesters der Latynsche Schoolen, om zoo veel het mogelyk is, den inbreuk van On taele of Bastaerdye te myden, en de goede en verstaenbaere Nederduytsche Woorden in de Leer-oeffeninge te gebruyken".

40. DES ROCHES, J[EAN],
Nieuwe Nederduytsche Spraek-konst. Laesten Druk, overzien en verbetert dóor den Auteur. / Des Roches, J[ean].

Gent : By F.J. Bogaert-de-Clercq, in de Onderstraete, in het Serpent, n.° 21., s.a. [1810], 12°, (viii)-88-(ii) blz.

Jean Des Roches (° 's-Gravenhage, te Voorburg ged. 1 maart 1740 ? + Brussel 20 mei 1787), Nederlands taalpedagoog en historicus.

Jean Des Roches klom van bakkersjongen op tot secretaris van de Keizerlijke en Koninklijke Academie van Wetenschappen en tot inspecteur-generaal van het onderwijs (1785) te Brussel. Zijn Nieuwe Nederduytsche Spraek-konst, in Antwerpen in 1761 uitgegeven, werd als officieel leerboek voor het onderwijs verplicht gesteld.

41. HUYDECOPER, BALTHAZAR,
Gedichten. / Huydecoper, Balthazar.

Amsterdam : by Pieter Johannes Uylenbroek., 1788, 8°, (viii)-292-(iv) blz.

Balthazar Huydecoper (° Amsterdam 10 april 1695 - + Amsterdam 23/24 september 1778), regent van het Burgersweeshuis en schepen van Amsterdam (1740), jurist, dichter en baljuw en dijkheemraad van Tessel (1732).

Uit deze dichtbundel, door uitgever P.J. Uylenbroek aan de Leden van de Maatschappy der Verdiensten, onder de Zinspreuk Felix Meritis in Amsterdam aangeboden, zijn vooral de verzen van de gedenksteen bekend gebleven die in 1740 boven de ingang van de Bank van Leening, aan de Oudezijds-Voorburgwal te Amsterdam werd geplaatst en er nog te zien is :

"Hebt gy noch geld, noch goed ? gaa deeze deur voorby.
Of hebt gy 't laatste, en mist gy 't eerste ? kom by my:
Geef pand, ik geef u geld. Waarom zoude ik u borgen ?
Of is 't u niet genoeg, dat gy van 't myne teert ?
Maar eischt ge uw goed terug, dan dient ge intijds te zorgen,
Dat my mijn hoofdsom, met de renten, wederkeert:
Zoo help ik u en my; en toon, aan de onderzoekers
Van mijn geheimen, 't graf des eervergeeten woekers".

42. VAN LELYVELD, F[RANS] ; [HINLÓPEN, N[ICOLAAS]],
Proeve van taal- en dichtkunde, in vrymoedige aanmerkingen op Vondels vertaalde herscheppingen van Ovidius, voorgesteld door B[althazar] Huydecoper. Tweede uitgave, Eerste Deel. / van Lelyveld, F[rans] ; [Hinlópen, N[icolaas]].

Leiden : By A. en J. Honkoop, 21782, 8°, xxxiv-515 blz.

Frans van Lelyveld Willemszoon (° Leiden 14 maart 1740 - + Leiden 8 mei 1785), koopman-ondernemer en taalkundige.
Nicolaas Hinlópen (° Hoorn 1724 - + Alkmaar 16 december 1792), conrector en notaris in Hoorn en in Alkmaar, leerling van Balthazar Huydecoper.

43. VAN LELYVELD, F[RANS] ; [HINLÓPEN, N[ICOLAAS]],
Proeve van taal- en dichtkunde, in vrymoedige aanmerkingen op Vondels vertaalde herscheppingen van Ovidius, voorgesteld door B[althazar] Huydecoper. Tweede uitgave, Tweede Deel. / van Lelyveld, F[rans] ; [Hinlópen, N[icolaas]].

Leiden : By A. en J. Honkoop, 21784, 8°, (ii)-591 blz.

44. VAN LELYVELD, F[RANS] ; [HINLÓPEN, N[ICOLAAS]],
Proeve van taal- en dichtkunde, in vrymoedige aanmerkingen op Vondels vertaalde herscheppingen van Ovidius, voorgesteld door B[althazar] Huydecoper. Tweede uitgave, Derde Deel. / van Lelyveld, F[rans] ; [Hinlópen, N[icolaas]].

Leiden : By A. en J. Honkoop, 21788, 8°, (iv)-iv-460 blz.

Deze Tweede uitgave wordt door Frans van Lelyveld Wz. besloten met voor zijn tijd merkwaardig kritische onuitgegeven aantekeningen over de Rijmkronijk van Jan van Heelu (tweede helft 13e eeuw), de Oostnederfrankische (Leidse) bewerking (ca. 1065) van de Hoogliedparafrase van Willeram, abt van Ebersburg, en het gebruik van E en EE, O en OO, door de hoger vernoemde auteur Balthazar Huydecoper (1695-1778).

45. VAN LELYVELD, F[RANS] ; [HINLÓPEN, N[ICOLAAS]],
B[althazar] Huydecoper 's Proeve van taal- en dichtkunde. Behelzende uitvoerige bladwyzers op dezelfde proeve, naar de uitgave van wylen F[rans] van Lelyveld, [Tweede uitgave], Vierde Deel. / van Lelyveld, F[rans] ; [Hinlópen, N[icolaas]].

Leiden : By A. en J. Honkoop, 21791, 8°, (iv)-324 blz.

6. De 19e eeuw 1795-1914

46. [VAN DAELE, FRANCISCUS DONATUS AL.] VAELANDE VAN IEPER, Tyd-Verdryf. Ondersoek op de Néderduytsche Spraekkonst [Eersten Band]. / [van Daele, Franciscus Donatus al.] Vaelande van Ieper.

Ieper : [Laurens de Varver], 1805-1806, 8°, xvi?(336) blz., afleveringen n° 1-21.

Franciscus Donatus van Daele, [al. Vaelande] (° Ieper 13 oktober 1737 - Ieper 27 november 1818), Vlaams geneesheer, taal- en letterkundige.

47. [VAN DAELE, FRANCISCUS DONATUS AL.] VAELANDE VAN IEPER,
Tyd-Verdryf. Ondersoek op de Néderduytsche Spraekkonst [Tweeden Band]. / [van Daele, Franciscus Donatus al.] Vaelande van Ieper.

Ieper : [Laurens de Varver], 1805-1806, 8°, ii?(306)-8-(xiii) blz., afleveringen n° 22-41.

Vaelande van Ieper, al. Franciscus Donatus van Daele, faktor van de rederijkerskamer Roosieren met Melodye in Ieper, was redacteur van het letterkundig tijdschrift Tyd-Verdryf dat in 1805-1806 in wekelijkse afleveringen in Ieper werd uitgegeven en gedrukt door Laurens De Varver, wonende in 't Kassel-straetje binnen Ieper. Uitgaand van een Westvlaams standpunt en onder het motto dat "Op réden en kennis van Taelen gestaefde bemerkingen, tot verbétering ofte uytbreyding van myne grondstellingen, daer by voegen, sal aen de Tael den selven dienst doen, die ik voorgehad heb, van haer tot de volmaektheyd op te voeren, waer toe sy alle bekwaemigheyd héft: ik spréke van het West-vlaemsch: het Hollandsch en Brabantsch syn te ver afgewéken van de rechtschàpene Tael-wetten, om dat oog-wit soo gemakkelyk te bereyken: sy hebben eene strék-spraek ingevoerd die véle meer ongelykhéden en verwerringen, als onse strék-spraek, aen héft, bóven dat der Hollanderen uytspraek meer aen een jàmerende gesang gelykt, als aen mannetael", ondernam hij hierin een bij wijlen gewaardeerde poging de toen vervallen Néderlandsche tael te reglementeren en uit te zuiveren.

48. SIEGENBEEK, MATTHIJS,
Verhandeling over de spelling der Nederduitsche taal. Derde Druk. / Siegenbeek, Matthijs.

Amsterdam : Bij Johannes Allart, 31810, 8°, xxx-383 blz.

Matthijs Siegenbeek (° Amsterdam 12 juni 1774 ? + Leiden 26 november 1854), Nederlands taal- en letterkundige, in 1797 in Leiden, hoogleraar in de Vaderlandse taal en welsprekendheid.

Deze spelling werd uitgegeven in naam en op last van het Staats-Bewind der Bataafsche Republiek.

Eerste druk : 's-Gravenhage 1804.

49. SIEGENBEEK, MATTHIJS,
Woordenboek voor de Nederduitsche spelling. Tweede Druk. / Siegenbeek, Matthijs.

's-Gravenhage : Bij de Erven Johannes Allart, 21817, 8°, xi-332-(ii) blz.

Eerste druk : 's-Gravenhage 1805.

50. WEILAND, P[ETRUS],
Handwoordenboek voor de spelling der Hollandsche taal. / Weiland, P[etrus].

's-Gravenhage : By Johannes Allart, 1812, 8°, vi-856 blz.

Petrus Weiland (° Amsterdam 5 november 1754 ? + Rotterdam 26 januari 1841), predikant te Woerden (1781), te Utrecht (1783) en te Rotterdam (1785).

Pieter Weilands Handwoordenboek voor de spelling der Hollandsche taal vormt de sleutel tot zijn in Dordrecht van 1793 tot 1811 onder de auspiciën van de in 1766 opgerichte Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, in 11 delen verschenen Nederduytsch taalkundig Woordenboek.

51. BEHAEGEL, [PIETER],
Nederduytsche spraakkunst. Eerste Boekdeel. / Behaegel, [Pieter].

Brugge : By de Weduwe De Moor en Zoon, Boekdrukkers en Boekverkoopers in de Philipstokstraat, N° 18, 1817, 8°, xvi-xxiv-529 blz.

Pieter Behaegel (° Tielt 28 augustus 1783 ? + Brugge 11 december 1857), grammaticus, pedagoog en kostschoolhouder (1816-1839) te Torhout.
Behaegel nam o.m. als hoofdredacteur van het Tydschrift der onderwyzers (1842-1851) actief deel aan de spellingskwestie; ook bestreed hij het streven naar een taalkundige eenheid met Nederland.

52. BEHAEGEL, [PIETER],
Nederduytsche spraakkunst. Tweede Boekdeel. / Behaegel, [Pieter].

Brugge : By C. De Moor, Boekdrukker en Boekverkoóper in de Philipstokstraat, N° 18, s.a. [1817], 8°, xiv-(viii)-500-(clxxxii) blz.

Dit Tweede Boekdeel van deze Nederduytsche spraakkunst wordt besloten door het Woordenboek der Nederduytsche Taal, inhoudende alle de Nederduytsche Woorden; Enkellyk uytgezonderd de zamengestelde, wier enkele bestanddeélen, en de afgeleyde, wier grondwoorden zich met den eérsten oógslag voordoen. Het volume ligt open op deze bladzijde.

53. BEHAEGEL, [PIETER],
Nederduytsche spraakkunst. Derde Boekdeel. / Behaegel, [Pieter].

Brugge : By C. De Moor, Boekdrukker en Boekverkoóper in de Philipstokstraat, Wyk A. 2, N° 1, s.a. [1817], 8°, xx-(iv)-678-(ii) blz.

54. WILLEMS, J[AN] F[RANS],
Verhandeling over de Nederduytsche tael- en letterkunde. Eerste Deel. / Willems, J[an] F[rans].

Antwerpen : By J.S. Schoesetters, Drukker en Lid van het Antwerpsch Tael- en Dichtlievend Genootschap., 1819, 8°, (xxiv)-60 + (iv)-300 blz.

Jan Frans Willems (° Bouchout (Lier) 11 maart 1793 ? + Gent 24 juni 1846), Vlaams voorman, schrijver en filoloog.

55. WILLEMS, J[AN] F[RANS],
Verhandeling over de Nederduytsche tael- en letterkunde. Tweede Deel. / Willems, J[an] F[rans].

Antwerpen : By de Weduwe J.S. Schoesetters, 1820-1824, 8°, (ii)-V-383-(vi) blz.

Verscheen in Antwerpen in afleveringen van 1819 tot 1824, wordt in het eerste deel voorafgegaan door zijn pamflet Aen de Belgen / Aux Belges (Antwerpen 1818), en in het tweede deel besloten door zijn Over de Hollandsche en Vlaemsche Schryfwyzen van het Nederduitsch (Antwerpen 1824).

56. WILLEMS, J[AN] F[RANS],
Over de Hollandsche en Vlaemsche schryfwyzen van het Nederduitsch. / Willems, J[an] F[rans].

Antwerpen : By de Wed[uw]e J.S. Schoesetters, 1824, 8°, (x)-140-(iv) blz.

57. WILLEMS, J[AN] F[RANS],
Belgisch Museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Eerste Deel. / Willems, J[an] F[rans].

Gent : By F. en E. Gyselynck, Boek- en Steendrukkers, in de Kamstraet, N° 32., 1837, 8°, 473 blz.

58. WILLEMS, J[AN] F[RANS],
Belgisch Museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Tiende Deel. / Willems, J[an] F[rans].

Gent : By F. en E. Gyselynck, Boek- en Steendrukkers, in de Kamstraet, N° 36., 1846, 8°, 516 blz.

Op initiatief van de Vlaamse voormannen Jan Frans Willems (1793?1846) en Jan Baptist David (1801-1866) wordt in 1836 de Maetschappy tot Bevordering der Nederduitsche Tael- en Letterkunde opgericht. De doelstelling van de hoofdredacteur van het tijdschrift Belgisch Museum, uitgegeven op last der Maetschappy, was dubbel: komen tot een definitieve regeling van het spellingsvraagstuk én het uitgeven van een taal-, letterkundig en historisch tijdschrift. In 'zijn' tijdschrift - het leeuwenaandeel van de bijdragen wordt door hem ondertekend - biedt Willems zijn publiek mededelingen over leven en werk van vroegere onbekende auteurs uit onze literatuur aan (b.v. "[Berichten wegens oude Nederduitsche Dichters] : Anthonis de Roovere" (BM, I (1837), 340-380, BM, IX (1845), 187-212, 187-195 & BM, X (1846), 45-46), kondigt hij het verschijnen van nieuw werk aan, recenseert hij pas verschenen boeken op literair-historisch gebied (b.v. "Over de nieuwere Vlaemsche spraekkunsten" (BM, I (1837), 224-228), en verzorgt hij de uitgave van oude, meestal korte literaire teksten (b.v. "Gedichten op Margaretha van Oostenryk en Philips den Schoonen (1493-1497)" (BM, IX (1845), 141-158). Wanneer J.F. Willems op 24 juni 1846 in Gent overlijdt, voltooit zijn mederedacteur Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) de tiende en laatste jaargang van het tijdschrift met Willems' bio-bibliografie (BM, X (1846), 459-504).

59. MOKE, J[AN]-J[ACOB],
Nederduitsche spraakkunst naer het Hollandsch, ten bijzonderen gebruike der Vlaamschsprekenden. / Moke, J[an]-J[acob].

Gent : bij J.-N. Houdin, 1823, 8°, (iv)-IV-140-(ii) blz.

Jan-Jacob Moke (° Torhout 9 maart 1771 - + onbekend), Orangist, leraar en collegehouder in Aalst.

60. DE SIMPEL, D[AVID],
Taalkundige tweespraak, waarin de Hollandsche taalregels van Weiland en de spelling van Siegenbeek tegen die der voornaamste Vlaamsche taalopbouwers opgewogen, of tegengesproken en verdedigd worden, enz. / De Simpel, D[avid].

Ieper : Drukkerij F.-L. Smaelen, St.-Jakobsstraa[t]., s.a. [1827], 8°, x?268?(ii) blz.

Florentijn David De Simpel (° Moorslede 12 mei 1778 ? + Staden 9 juni 1851), leraar-molenaar, letterkundige, autodidact.

Hoewel zelf particularist, is het werk voor de auteur "zeer dienstig voor alle Schoolonderwijzers, publieke Ambtenaren, en allen die wenschen het wezenlijk verschil tusschen de Hollandsche en Vlaamsche spelling, woordschikking, te leeren kennen". In zijn spellingsgids bestrijdt De Simpel niet alleen de (Hollandse) taalregels van P. Weiland (1754-1841) of de spelling van M. Siegenbeek (1774-1854), maar ook de spellingsregels van Jean Des Roches (1740-1787) en de spellingssystemen van zijn voornaamste (West-Vlaamse) tijdgenoten-taalopbouwers als F.D. van Daele (1737-1818), P. Behaegel (1783-1857) en J.J. Moke (1771- onbekend).

61. [BLOMMAERT, PHILIP MARIE & SERRURE, CONSTANT PHILIP],
Nederduitsche Letteroefeningen. / [Blommaert, Philip Marie & Serrure, Constant Philip].

Gent : Snoeck-Ducaju en Zoon, [1833]-1834, 8°, (iv)-320-(iv) blz.

Jonkheer Philip Marie Blommaert (° Gent 27 augustus 1808 - + Gent 14 augustus 1871), filoloog, dichter en geschiedschrijver.
Constant Philip Serrure (° Antwerpen 22 september 1805 - + Moortsele 6 april 1872), filoloog, numismaat en literatuurhistoricus.

Deze Nederduitsche Letteroefeningen waren het eerste nederlandstalig letterkundig blad van België dat in 1833-1834 tweemaandelijks in Gent verscheen en de nederduitsche taal, de spelling (bv. [P. Behaegel], "Over de beoefening der Moedertael" [1817], 51-53), de literatuur, de spreekwoorden en sagen en de biografie van de Belgische schrijvers behandelde; het bevatte ook recenties van en over de nederlandse letteren in België (bv. Ph. Blommaert, "Geschiedenis der Nederduitsche dichtkunst in België", 124-136) en een evenementenkalender van de Vlaamse Beweging. Het getoonde exemplaar uit de Cultuurbibliotheek ligt open op de eerste bladzijde van de herdruk van Blommaerts Aenmerkingen over de verwaerloozing der Nederduitsche tael, zijn beroemd taalmanifest dat hij in 1832 voor het eerst bij D.J. Vanderhaeghen in Gent liet drukken. Daarnaast worden de bladzijden (1) en 4 van de Prospectus getoond die het publiek de mogelijkheid bood op het nieuwe blad voor de prijs van 5 Franken in te tekenen.

62. VAN DE VELDE, J[OZEF],
Geschiedenis der Nederduitsche tael en letterkunde. / Van de Velde, J[ozef].

Oudenaarde : Boek- en Steendrukkery Van Bevernaege-Van Eechaute, Krekelput, 1861, 8°, 196 blz.

Jozef Van de Velde (° Schellebelle (Oost-Vl.) 1 juli 1816 - + Gentbrugge 26 juni 1886), Vlaams onderwijzer aan de Normaalschool in Sint-Niklaas, leraar aan het College Sainte-Marie in Oudenaarde en bibliothecaris-archivaris van de stad Oudenaarde.

63. VERDAM, J[ACOB],
Uit de geschiedenis der Nederlandsche taal. Tweede, geheel omgewerkte Uitgave. / Verdam, J[acob].

Dordrecht : J.P. Revers, 21902, 8°, xvi-306-(ii) blz.

Jacob Verdam (° Amsterdam 22 januari 1845 - + Leiden 20 juni 1919), filoloog, promoveerde tot Dr. in de letteren in Leiden bij M. de Vries op 14 mei 1872 en was van 1878 tot 1891 hoogleraar in de Nederlandse taal- en letterkunde aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam en van 1891 tot 1915 hoogleraar in Leiden.

De eerste druk van deze geschiedenis van het Nederlands verscheen in 1901 in Culemborg bij Blom & Olivierse onder de titel: Geschiedenis der Nederlandsche Taal, in Hoofdtrekken geschetst.

64. TE WINKEL, L[AMBERT] A[LLARD],
De grondbeginselen der Nederlandsche spelling. Tweede Druk. / te Winkel, L[ambert] A[llard].

Leiden : D. Noothoven van Goor, 21865, 8°, xxii-260 blz.

Lambert Allard te Winkel (° Arnhem 13 september 1806 - + Leiden 24 april 1868), Dr. in de letteren (1855), filoloog, mederedacteur (1863) van het Woordenboek der Nederlandsche Taal.

De eerste druk van deze spellingsgids verscheen in 1863 in Leiden bij D. Noothoven van Goor onder de titel: De Grondbeginselen der Nederlandsche Spelling. Ontwerp der Spelling voor het aanstaande Nederlandsche Woordenboek, van wege de Redaktie bewerkt door Dr. L[ambert] A[llard] te Winkel, met een Voorbericht door Matthias de Vries (1820-1892).

65. DE VRIES, M[ATTHIAS] ; TE WINKEL, L[AMBERT] A[L-LARD],
Woordenboek der Nederlandsche taal. Eerste Deel. A-Ajuin. Bewerkt door -. / de Vries, M[atthias] ; te Winkel, L[ambert].

's-Gravenhage en Leiden : M. Nijhoff, A.W. Sijthoff, Henri J. Stemberg, 1882, 8°, (iv)-cxxviii-(ii)-2090 kol.

Matthias de Vries (° Haarlem 9 november 1820 - + Leiden 9 augustus 1892), filoloog, Dr. in de klassieke filologie (Leiden 1843), in 1849 hoogleraar te Groningen in de vaderlandse taalkunde, geschiedenis en welsprekendheid en in 1853-1890 hoogleraar te Leiden als opvolger van M. Siegenbeek.

De Vries bezorgde met de medewerking van zijn begaafdste leerlingen, over een tijdspanne van 27 jaar, de afl. 1-7 ('s-Gravenhage & Leiden, 1864-1868; met L.A. te Winkel), 2e reeks, afl. 1-9, O-Onderichten (1869-1876; met E. Verwijs), 3e reeks, afl. 1-7, G-Gelegenheid (1871-1878; met E. Verwijs en P.J. Cosijn), dl. II, afl. 1 (1881), Inleiding en slotafl. dl. I (1882), 3e reeks, afl. 8-10, Gelegenheid-Gerecht (1885-1887; met A. Kluiver) en dl. II, afl. 3-4, Akant-Alvolmaakt (1889-1891) van zijn Woordenboek der Nederlandsche taal.

66. VAN LESSEN, J[ACOBA] H[ERMINA],
Woordenboek der Nederlandsche taal. Twaalfde Deel, Tweede Stuk, Pletten-Quoyer. Bewerkt door -. / van Lessen, J[acoba] H[ermina].
's-Gravenhage [&] Leiden : M. Nijhoff [&] A.W. Sijthoff's Uitg. Mij N.V., 1949, 8°, xxxi-[2623]-5132 kol.

Jacoba Hermina van Lessen (° Groningen 1897 - + Groningen 19 december 1951) promoveert in haar geboortestad bij A. Kluyver tot Dr. in de letteren op 30 maart 1928 en wordt, na in 1930 als aspirant-redacteur te zijn aangeworven, in 1931 redactrice en in 1946 de eerste vrouwelijke hoofdredacteur van het Woordenboek der Nederlandsche taal.

67. DE VREESE, WILLEM,
Over de benamingen onzer taal inzonderheid over 'Nederlandsch'. / de Vreese, Willem.

Gent : A. Siffer, Drukker der Koninklijke Vlaamsche Academie, 1909, 8°, 180 blz.
(Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. Overdruk).

Willem de Vreese (Gent 18 januari 1869 - + Voorschoten 10 januari 1938), Vlaams taalkundige en biblioloog, mede-redacteur van het Woordenboek der Nederlandsche Taal (1891-1895) en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit in Gent (1895-1914).

Tekst van een lezing gehouden op de plechtige vergadering der Koninklijke Vlaamsche Academie, op 27 juni 1909, voorheen ook verschenen in de Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, (Gent, afl. N° 7 Juni 1909), 417-592.

7. De 20e eeuw 1914-1996

68. SABBE, MAURITS,
Uit den taalstrijd in Zuid-Nederland tusschen 1815-1830. / Sabbe, Maurits.

Antwerpen : "Lectura-Uitgaven", 1939, 8°, vii-106 blz.

Maurits Sabbe ( Brugge 9 februari 1873 - + Antwerpen 12 februari 1938), Vlaams schrijver, Dr. in de wijsbegeerte en de letteren (Gent 1896), leraar aan de toneelklas van het Koninklijk Conservatorium in Mechelen (1907), conservator van het Museum Plantin-Moretus in Antwerpen (1919) en hoogleraar in de Nederlandse letterkunde aan de Universiteit in Brussel (1923-1938).

Deze essaybundel uit de nalatenschap van de auteur behandelt achtereenvolgens de taalparticularisten Lodewijk Gerard Visscher (1797-1859), P.P. Jos. Barafin (1774-1841), Jean-Baptiste-Joseph-Ghislain Plasschaert (1769-1821), Pieter van Genabeth (1793-1852), Pieter Behaegel (1783-1857), Leo de Foere (1787-1851) en bevat de tekst van de lezingen gehouden in de Commissie-zittingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie, tijdens de jaren 1936 en 1937, voorheen verschenen in de Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde in Gent, jg. 1936, 181-200, 251-257, 411-421, 579-595, 773-786 & jg. 1937, 743-756. Ons exemplaar open liggend op het derde essay, is het Nummer 309/409 op Engelsch Vederlicht Esparto, tijdens de maand Maart 1939 gedrukt op de perzen van de "Drukkerij Resseler", in de Prinsstraat 20 in Antwerpen.

69. [NEDERLANDS-BELGISCHE SPELLINGCOMMISSIE],
Woordenlijst van de Nederlandse taal. [Eerste Druk]. / [Nederlands-Belgische Spellingcommissie].

's-Gravenhage : Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf, 1954, 12°, lxx-638 blz.
Samengesteld in opdracht van de Nederlandse en de Belgische Regering, door een Spellingcommissie van Nederlandse en Belgische deskundigen onder het voorzitterschap van C.B. van Haeringen (voor Nederland) en van E. Blancquaert (voor België). Leidraad en Woordenlijst zijn een uitvoering van het Belgisch Spellingsbesluit van 9 maart 1946 en de Nederlandse Spellingswet van 14 februari 1947, waarbij een regeling werd voorgeschreven met betrekking tot de schrijfwijze van het voornaamwoordelijk gebruik, het gebruik van tweede-naamvalsvormen als der, dezer en zijner, de schrijfwijze van bastaardwoorden en de tussenklanken in samenstellingen. Tevens werden er voorschriften en aanwijzingen gegeven voor de spelling van de spraakklanken, de verdeling van de woorden in lettergrepen, het gebruik van het koppelteken, het deelteken en het weglatingsteken en het gebruik van de hoofdletters.

70. INSTITUUT VOOR NEDERLANDSE LEXICOLOGIE,
Woordenlijst Nederlandse taal. Nieuwe Druk. / Instituut voor Nederlandse Lexicologie.

Den Haag & Antwerpen : Sdu Uitgevers & Standaard Uitgeverij, 1995, 12°, 1055 blz.

Samengesteld in opdracht van de Nederlandse Taalunie, met een Leidraad door Jan Renkema [&] een Inleiding door P.G.J. Sterkenburg. Deze Woordenlijst is een uitbreiding van en aanvulling op de in 1954 verschenen Woordenlijst van de Nederlandse Taal, die in opdracht van de Nederlandse en Belgische regering werd samengesteld. De nieuwe Leidraad en Woordenlijst vervangen die van 1954, waarin de door het Belgische Regentsbesluit van 9 maart 1946 en de Nederlandse Wet betreffende de spelling van 14 februari 1947 aangekondigde schrijfwijze van de bastaardwoorden en de tussenklanken in samenstellingen werd geregeld. De nieuwe lijst is overeenkomstig de besluiten van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie - A. Nuis en J. Ritzen (voor Nederland), L. Martens en L. Van den Bossche (voor Vlaanderen) - in de periode april 1994 - juli 1995 door het I[nsti- tuut voor] N[ederlandse] L[exicologie] in Leiden samengesteld.

71. LISSENS, R[ENE] F[ELIX],
Benamingen van onze letterkunde in encyclopedieën en literaire lexicons. / Lissens, R[ené] F[elix].

Gent : Secretariaat der [Koninklijke Vlaamse] Academie, Koningsstraat 18, 1962, 8°, 48 blz.
(Uitgave van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Xe Reeks, 8).

René Felix Lissens (Leuven 27 maart 1912), Vlaams literair-historicus, criticus en essayist, Dr. in de wijsbegeerte en de letteren (Leuven 1933), in 1960 hoogleraar aan de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius in Antwerpen.

Tekst van de twee lezingen gehouden in de Vaste Cultuurcommissie van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde in Gent gedurende het jaar 1960. Deze brochure omvat een "status quaestionis" en een uitgewerkt "practisch voorstel" om het probleem van de benamingen van de Vlaamse letterkunde in encyclopedieën en lexica op te lossen.