xmlns:w="urn:schemas-microsoft-com:office:word" xmlns:st1="urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" xmlns="http://www.w3.org/TR/REC-html40">
|
Robrecht Stock en het VSODe laatste
10 jaar van zijn leven heeft kanunnik R. Stock veel over zichzelf geschreven.
Die documenten worden bewaard in het archief van de Cultuurbibliotheek. Zo heeft
hij ook “De strijd om het VSO 1970- “In de loop
van deze zeventienjarige strijd heb ik over dit onderwerp heel wat geschreven”. Hij somt
zelf de 9 belangrijkste stukken op:
De nummers
4 en 7 zijn te vinden in het archief van J. Vandenbulcke, 5 is momenteel
spoorloos, de andere nummers in de Cultuurbibliotheek SC 5a. ___________________________________________________________________________ DOSCKO staat voor Documentatie- en
Studiecentrum voor Kritische Onderwijsvernieuwing. Er waren ongeveer 350
leden, allen directeurs of directrices MO of TO, inspectieleden of andere
belangstellenden. Het centrum werd in 1977 opgericht als een gevolg van de
polemiek die ontstond na het artikel van R. Stock in Onze Alma Mater (cfr supra
nr. 6). Het plan ontstond bij hem thuis in de Boskluis maar zijn naam verscheen
niet in het blad. Hij heeft alle vergaderingen van de stuurgroep bijgewoond. “ In een schrijven aan al de instituten SO in
het Vlaamse land werd het bestaan van het Studiecentrum meegedeeld en ook zijn
doel. Het werd volgenderwijze omschreven: 1.
Elkaar helpen bij het
samenbrengen en begrijpen van zoveel VSO-documentatie als kan. 2.
Een ernstige dialoog op gang
brengen zowel met de Wetstraat als met de Guimardstraat. 3.
Zodoende bijdragen tot een
onderwijsvernieuwing die zonder nutteloze risico’s kan worden doorgevoerd. Alles, zoals blijkt, ongemeen irenisch. (Een
staaltje Stockse ironie.) Tevens werden twee vragen ter beantwoording
voorgelegd: De ondergetekende, directrice/directeur van ... 1.
Gaat akkoord met de werking
en de doelstellingen van DOSCKO: Ja – Neen 2.
Verlangt de mededelingen van
DOSCKO geregeld te ontvangen: Ja – Neen. Driehonderd
en negentien scholen antwoordden op beide vragen ‘Ja’, procentueel het minst
uit Brabant en Limburg (daar heerste een speciale situatie), andere vroegen om
meer inlichtingen. Negen antwoordden ‘Neen’. Jan
Vandenbulcke oud directeur van het VTI in Brugge was bestuurslid van DOSCKO.
Zijn archief wordt in de Cultuurbibliotheek bewaard (zie website
www.cultuurbibliotheek.be) en bevat een interessant en goed geordend dossier
over DOSCKO. (de dozen 10.5.1 en 10.5.2)
R. Stock
streefde naar eigen zeggen hoofdzakelijk twee objectieven na:
In de beste
tornooi-stijl schrijft hij: Het is een koppige maar onvermijdelijke strijd
geweest. Binnen de rangen van het katholiek onderwijs ben ik waarschijnlijk de
eerste geweest die hem publiek heeft opgenomen. Ook voor de bundeling van de
honderden directies en instituten die de verplichte veralgemening van het VSO
hebben bekampt, ben ik verantwoordelijk. Het klinkt
allemaal nogal triomfalistisch, al voegt hij er dan zalvend aan toe “indien
alles te overdoen was, ik er nog meer zorg zou voor dragen dat alles wat
uiteraard pijnlijk is zo pijnloos mogelijk overkomt.” De strijd om het
VSO kadert feitelijk in de grote vernieuwing van het onderwijs in Vlaanderen geëist
door de heropleving van de economie na Wereldoorlog II. Het werd voor iedereen
duidelijk dat er meer leerlingen van het secundair onderwijs moesten kunnen
doorstromen naar het universitair onderwijs. Bovendien werden de nieuwe
mogelijkheden om actief en aanschouwelijk les te geven onvoldoende aangewend.
De pedagogiek ging trouwens ook meer en meer een woordje meespreken. In die
boeiende tijd was kanunnik Robrecht Stock hoofdinspecteur van het katholiek
onderwijs in het bisdom Brugge. Zijn ambtstermijn loopt van 1955 tot 1973. Hij
heeft zich onvermoeibaar en efficiënt ingezet voor de vernieuwing, uitbreiding
en modernisatie van het onderwijs in het bisdom Brugge. De VSO-kwestie valt dus
feitelijk voor het grootste stuk buiten die periode. Hij rustte echter niet op
zijn lauweren. Ten gerieve van
de historici heeft hij zelf ook nog een samenvatting gemaakt over de
vernieuwing in het onderwijs onder de titel ‘Standpunt van R. Stock t.o.v.
hervorming van de humaniorastudiën inzonderheid t.o.v. het VSO, in de loop van
de periode 1956- 1. Een algemene herziening van de humaniora,
structuur en programma, is wenselijk. 2. Is inzonderheid nodig: meer aandacht voor
moedertaal, natuurwetenschappen, wiskunde en moderne talen. 3. In het hervormingsconcept van het VSO,
principes en doelstellingen, steken waardevolle bestanddelen. 4. Daarom: mag het VSO-concept niet worden
afgewezen zonder meer, en is er geen reden om een behoedzaam geleid en
omkeerbaar experiment te weigeren. 5. Toch zijn er tekorten en risico’s; ze zijn
zo zwaar dat ze kunnen aanleiding geven tot een ‘casus belli’. Voorbeelden
zijn: de totaal gemeenschappelijke start, de verplichte veralgemening en ook de
afschaffing van de oude humaniora met ten minste één klassieke taal. 6. Op reden van deze tekorten en risico’s is
een grondige evaluatie van het experiment nodig voor tot veralgemening van het
systeem zou worden overgegaan. 7. Oorlog tussen de voorstanders van de twee
types is uit den boze en evenzeer irriterende propaganda voor of tegen; dit
alles dient te worden vermeden en vervangen door dialoog, die een doordachte
toenadering van de twee types bevordert alsook een optie voor een beter
alternatief. 8. Geheel het bestaande secundair onderwijs
dient te worden betrokken in de vernieuwing, het traditioneel SO mag niet
verder worden verwaarloosd en al de traditioneel leidende organen werken
opnieuw zoals voorheen. Wanneer in 1987
het ‘Eenheidstype’ ingevoerd werd ging kanunnik Stock accoord met de nieuwe
gang van zaken. Hij schaarde zich niet achter de kleine groep OTO (Organisatie
Traditioneel Onderwijs). Dit opstel geeft
uitsluitend de houding van Robrecht Stock weer zoals hijzelf die beschrijft. In
het archief van de Cultuurbibliotheek wordt het archief van R.S. bewaard. Het
is op de website te bekijken. Voor het behandelde onderwerp is RS 1b het
belangrijkste document. Het bevat zijn uitleg van de feiten met meerdere
documenten gestaafd. Verder zijn belangrijk RS 101 (VSO klassieke talen en
geschiedenis), RS 102 (meer dan honder (kranten)knipsels vaak door R. Stock van
aantekeningen voorzien) RS 103 (nummers van Brug tussen school en gezin van
aantekeningen voorzien) RS 104 (VSO 1986-87 door R.S. samengesteld over het
eenheidstype). In de catalogus
van de bibliotheek zijn de geschriften van R.S. gemakkelijk terug te vinden.
Voor de studie van het VSO zijn volgende trefwoorden belangrijk: VSO,
onderwijsvernieuwing, schoolpolitiek, schoolpact, DOSCKO. Januari
2005
Walter de Smaele |