Cultuurbibliotheek
Bibliotheek met onderwijstraditie
Informatie Catalogus Archief E-publicaties

China op Westerse kaarten uit de 16de eeuw in de Cultuurbibliotheek

 

Inhoud :   1. Inleiding             

 2. De Westerse expansie 

 3. Evolutie van de cartografie

3A. In de traditie van Ptolemaeus

      3B. Cartografie op nieuwe wegen

               4. Bronnen van Ortelius

                                      

1.      Inleiding

We beschrijven in dit opstel niet zozeer kaarten over China als wel kaarten uit de 16de eeuw waarop China vermeld wordt. Daarbij hebben we speciale aandacht voor de bronnen. In de 16de eeuw was er weinig bekend over China. Het is intrigerend hoe kaarten over China ontstonden.

Cartografie krijgt in de Cultuurbibliotheek (www.cultuurbibliotheek.be) speciale aandacht. We verwijzen daarom, waar mogelijk,  naar exemplaarnummers van de bibliotheek voor verder onderzoek of kennismaking. Een exemplaar- of boeknummer (bv. CB 1000/100) opzoeken in onze catalogus online is eenvoudig: http://www.bidoc.be/cultuurbib/bidoc3.htm .

Er zal regelmatig verwezen worden naar het referentiewerk VAN DER KROGT, PETER, Atlantes Neerlandici. New edition.  De exemplaarnummers van de CB per volume zijn: I (CB 98/1141), II (CB 2001/1292), III A (CB 2005/446), III B (CB 2005/445), IV-1 (CB 2011/880), IV-2/1 (CB 2011/881), IV-2/2 (CB 2011/882).

Voor de kaarten van Ortelius is VAN DEN BROECKE, MARCEL,  Ortelius Atlas maps, an illustrated guide, H&S, 1996, een handig instrument (CB 97/492).

 

2.     De Westerse expansie

 

A.     De  16de eeuw was in West-Europa een turbulente eeuw van godsdienstoorlogen en koloniale expansie. In  China zaten de Mingkeizers (1368-1644) vast op de drakentroon. Vanuit het Westen gezien lijkt het een rustige periode te zijn van zelfgenoegzaam isolement. China kende in de 15de eeuw een korte periode van verkenning van de wereld met de vlootexpedities van Zheng He (1371-1435) tijdens de regering van keizer Yongle (1402-1424). Van 1405 tot 1419 werden 5 grote verkenningstochten ondernomen tot in de Perzische Golf en langs de kust van Oost-Afrika. Keizer Hongxi verbood echter in 1424 alle buitenlandse expedities. Cfr. VLOEBERGHS, STAF, Admiraal Zheng He en het maritieme verleden van China, in Verbiest Koerier, 2000, nr. 2 pp. 9-11 (CB 2010/537).

B.     De stad Antwerpen die in de zestiende eeuw uitgroeide tot een belangrijke handelsstad en centrum van de boekdrukkunst, werd een uitgelezen plek om de wereldexpansie te volgen. Een ooggetuige van deze evolutie was de Forentijn Lodovicus Guicciardini (1521-1589) die zich in Antwerpen vestigde en er een monumentaal getuigenis over neerschreef. cfr. TOUWAIDE, R.H., Les éditions belges de La description des Pays-Bas  par Lodovico Guicciardini, in De Gulden Passer, 1965, pp. 135-148 (CB 2004/2921). In de Cultuurbibliotheek zijn twee uitgaven voorhanden:

GUICCIARDINI, LODOVICUS, Belgium dat is: Nederlandt, ofte Beschrijvinge derselviger provincien ende steden… Amsterdam, Joannes Jansonius, 1648 (CB 2009/2178). Het werk van Guicciardini werd “Overgheset in de Nederduytsche spraecke, deur Cornelium Kilianum. Ende met verscheyden Historien ende aenmerckinghen vermeerdert ende verciert deur Petrum Montanum.”

Descrittione di M. Lodovico Guicciardini Patritio Fiorentino, di tutti i Paesi Bassi, altrimenti detti Germania Inferiore…In Anversa, Apresso Christofano Plantino…, 1581 (CB 2009/2177).

De beschrijving van Antwerpen neemt in Descrittione (pp. 90-184) een uitzonderlijke plaats in: een beschrijving van de inwoners met hun organisaties en hun rechten, een plattegrond in perspectief Antwerpiae nobilissimi totius orbis terrarum emporii typus. Anno M.D. LXXXI, en 4 prenten: Bursa, Templi Divae Virginis Mariae vera delineatio, Domus Senatoria Antwerpiensis, Domus Hansae Teutonicae Sacri Romani Imperii. De beurs komt op de eerste plaats. “De stad van Antwerpen heeft twee-en-twintig plaetsen… de schoonste is der Cooplieden, genaemt de nieuwe Borse met twee torens ende urwercken…” Ze werd gesticht in 1531 en in 1550 kwam er ook nog een Engelse beurs bij. De naam ‘beurs’ wordt verklaard en…de beurs is verkeersvrij “… van alle zyden vol winckels, al t’samen geheeten de Schildery-pant, want daer besonderlijck allerleye schilderije verkocht wordt.”

De eerste reden voor de bloei van Antwerpen is volgens Guicciardini de jaarmarkten, “Ten tweeden is dese stadt merckelic grooter, rijcker ende vermaerder begost te worden ontrent het jaer 1503 ende 4, als de Portugaloisen corteliner te vooren, met wonderbaerlijcke ende verschromelijcke schip-vaert ende gereedtschap Calicut inghenomen hadden, ende mits des Konincx verwillinge, de specerijen ende drogerijen begosten uyt Indien in Portugael te brengen (welc een reyse is van 16000 mijlen, ende wort gemeynlijck binnen den tijt van ses maenden gedaen) ende voorts uyt Portugael ter marct in dese stadt over te senden…” Vanuit Antwerpen werden de specerijen naar Duitsland  uitgevoerd. “Ter selver tijd waren hier sommige treffelijcke huysgesinnen van Spanjaerden, namelijc van Diego d’Aro, Diego van Sanian, Fernando van Bernui ende Antonio van Vaglio…” Een derde reden van de welvaart is volgens Guicciardini het woonbeleid.

Op p. 61 wordt de haven beschreven: “…Antwerpen heeft een schoone Havene aen den waterstroom, ghenoemt de Werf, met een wyde plaetse oft Kape, gemeynlijck genoemt de Kraen, midts een schoone konstighe ende gherieffelijcke gereetschap daer staende, met welcke de schepen lichtelijck geladen ende ontladen worden. Dese plaetse is gecassijt…Het is..seer lustigh…te aenschouwen: daer en boven t’alle stonden, te sien gaen ende komen, van alle zijden, in het ronde, schepen van alle natien ende landen…hier is altijdt wat nieuws te sien.”

In het hoofdstuk “Van Cooplieden ende coophandel  t’Antwerpen” leren we dat de Fransen en de Spanjaarden het talrijkst zijn naast “Hooghduytsche, Denemarckers en Oosterlingen t’samen. Voorts Italianen, Spanjaerden, Engelsche ende Portugaloysen; maer mogelijck meer Spanjaerden dan van eenige andere Natie…” “Hier door comt dat t’ Antwerpen, mits soo grooten hoop vreemdelingen, altijt nieuwe tydingen zijn van de gantsche wereldt.” Hij bespreekt de beursverrichtingen en, uitvoerlijk, wat er zoal verhandeld wordt in Antwerpen. “Ut Portugael komen ons hier kostelijcke ghesteenten, volmaeckte Orientaelsche peerlen, louter goudt heel ende gheslaghen, Specerye, Drogherye, Ambre, Muskeljaet, Civette, Yvoir oft Elpenbeen (dat is Elephanten tant) met groote menichte, Rhebarber, Aloe, Azur dat de Portugaloysen Anil heeten, Cottoen, wortelen* uyt China, ende andere kostelijcke dingen met groote menichte, waer mede het meeste deel van Europe herwaerts over versien wort, welcke de Portugaloysen uyt Oost Indien van Calecut, ten eersten te Lisbone, ende daer nae daghelijcks hier brenghen.” (p.99)  * Cfr. GOLVERS, NOËL, Antwerpen en de China-missie van de jezuïeten in de zeventiende eeuw in Verbiest Koerier, Vol. IX, maart 1997 p. 5 “De oudste voorbeelden van kennismaking met China in Antwerpen gaan echter terug op de connecties met Portugal, en de aanwezigheid van Portugese families in de stad. Zo signaleert A. Dürer, bij zijn bezoek aan Antwerpen in 1520 het gebruik van Chinees Wan-li porselein. Langs dezelfde weg dringt in 1535 informatie over de radix China of ginsengwortel binnen, kennis die zich van hieruit, via de beschrijving door A. Vesalius, over de rest van Europa verspreidt.” 

C.     De missionering was een belangrijke factor in de ontsluiting van het Verre Oosten. De jezuïeten speelden daarin een belangrijke rol. In 1540 stichtte Ignatius van Loyola de Societas Jesu en in 1565 bouwden de jezuïeten al een residentie in Macao. Onder impuls van Alessandro Valignano s.j. (1539-1606) gingen Michele Ruggieri s.j. (1543-1607) en Matteo Ricci s.j. (1552-1610) zich toeleggen op de Chinese taal en cultuur. De eerste kaart van Ricci dateert van 1602 en dus al in de 17de eeuw. Een onmisbaar werk over de jezuïeten in China is DEHERGNE, JOSEPH, Répertoire des Jésuites de Chine de 1552 à 1800, Paris, Letouzey, 1973 (CB 2000/1834).

JANN, ADELHELM O. Min. Cap., (1883-1954) begint zijn boek Die katholischen Missionen in Indien, China und Japan, Paderborn, 1915, (CB 98/1520) met “Die Konfiskation der Templergüter in Portugal” en “Die Gründung der Christusmiliz” in 1319. Terecht. De Portugese kroon nam de rijkdommen van de Tempeliers over en met de hulp van de pausen die de Islam wilden bestrijden werd de strijd in Afrika aangevat. Dit leidde tot steeds verdere veroveringen. Het gevolg was een militair, handels en kerkelijk monopolie – het padroado of patronaatsrecht - van Portugal in het Verre Oosten. In mei 1513 bereikten de eerste Portugese schepen China (Guangdong) met Jorge Alvares.  In 1557 vestigden ze zich met Chinese toestemming in Macao. In 1543 bereikten de Portugezen Japan. Vanaf 1571 was Nagasaki het centrum van Portugese en christelijke aanwezigheid. (Cfr. DE LANNOY, CHARLES, L’expansion coloniale du Portugal jusqu’au début du XIXe siècle, Bruxelles, 1907 (CB 2006/4051). De Spanjaarden installeerden zich op de Filippijnen vanaf 1564. In deze context is de laatste episode uit het leven van Franciscus Xaverius illustratief. BRODERICK, JAMES s.j. vertelt ze in zijn laatste hoofdstuk van De Heilige Franciscus Xaverius 1506-1552, (Nederlandse vertaling van J. Duprès uit het Engels), Antwerpen, 1953 (CB 98/932). Xaverius zou naar de Chinese keizer vertrekken vanuit Malakka met een officieel gezantschap van de Portugese koning, als Apostolisch Nuntius voor het Oosten. De plaatselijke havencommandant voelde zich echter gefrustreerd door deze officiële zending en weigerde het schip te laten vertrekken. Na enige aarzeling speelde Xaverius het hard: hij liet de havencommandant door de plaatselijke bisschop excommuniceren. Die liet zich echter niet intimideren en Xaverius vertrok dan maar met Portugese smokkelaars. Hij zou proberen illegaal in China aan land te gaan vanaf een eilandje enkele kilometers uit de kust iets ten Zuiden van Canton. “Het heet in het Chinees Shangchwan, de Portugezen maakten er Samchoao van, de jezuïeten schreven in het Latijn Sancianum, en daar komt de gebruikelijke westerse naam Sancian vandaan” (p. 362). Op de specerijenkaart van Plancius staat I[nsula] Sanchoa. Xaverius stierf er op 3 december 1552. Nu schrijven we Shang Ch’uan en Guangzhou (Canton).

sancian.jpgUit: LE COMTE, LOUIS, Beschyvinge van het machtige Keyserryk China…,

                                                                                 ’s Gravenhage, Engelbrecht Boucquet, 1698, Fol. 54.

 

3.     Evolutie van de cartografie

De cartografie zoals we ze nu kennen begon met de Grieken. Claudius Ptolemaeus (2de eeuw) synthetiseerde de Griekse kosmologie en beschreef een methode om kaarten te tekenen. Hij was en blijft een uitstekende leraar. Een goede inleiding is AUJAC, GERMAINE, Claude Ptolémée astronome, astrologue, géographe (CB 2007/3552). Het werk biedt een beschrijving van de drie bekende werken van Ptolemaeus en in een tweede deel “Textes à l’appui”. De berekening van breedte- en lengtegraden, die hij toepaste, is een verworvenheid. De terra incognita  bleven de uitdaging.

De Casa da India in Lissabon vanaf 1501, en de Casa de Contratacion in Sevilla vanaf 1503, waren de belangrijkste centra waar gewerkt werd aan het in kaart brengen van de ontdekkingen. In Italië waren Venetië, Genua en Firenze actief in de productie van portolanen. In Frankrijk werd Dieppe een centrum. Spijts of dankzij de politieke turbulentie in de 16de eeuw, kende de cartografie in de Nederlanden, een grote bloei.

De grote vlucht die de cartografie vanaf de 16de eeuw nam, werd mogelijk door de boekdrukkunst en de etstechniek die beide in de 15de eeuw ontstonden. Ets (diepdruk) en tekst (hoogdruk) moesten wel afzonderlijk en op geëigende persen gedrukt worden. De etstechniek kon echter veel fijner werk leveren dan de houtsnede. Zie DE WINTER, ROLAND, Illustratietechnieken, Antwerpen, Museum Plantin Moretus, 2004 (CB 2006/1480).   

     3A. In de traditie van Ptolemaeus

De oostkust van Azië en dus ook China, kwamen bij Ptolemaeus niet in beeld. Het verste punt naar het Oosten wordt bij Ptolemaeus Kattigara genoemd. Er werden in de Mekong Delta enkele Romeinse vondsten gedaan.  Kattigara zou een verbastering van het Sanskriet Kirti-nagara (nieuwe stad) kunnen zijn en de coördinaten zouden een schrijffout kunnen zijn. Men veronderstelt dan ook dat Kattigara in de buurt van Hanoi te vinden moet zijn. STÜCKELBERGER, ALFRED & GRASSHOFF, GERD, Klaudios Ptolemaios Handbuch der Geographie. Griechisch – Deutsch. Einleitung, Text und Übersetzung, Index, Basel, Schwabe Verlag, 2006 (CB 2010/3631-3633).

Voor Ptolemaeus bestond er een binnenzee ten zuiden van Azië, zoals de Mare Nostrum een binnenzee is ten Zuiden van Europa. Het kaartbeeld in het Oosten van de Mare Indicum werd eeuwenlang beheerst door de Gangeticus Sinus en de Sinus Magnus.

Ptolemaeus Mercator China detail.jpg

Detail kaart van Ptolemaeus volgens Mercator.

De kennis die Ptolemaeus synthetiseerde is nooit volledig verloren gegaan. De kennis van het Grieks  kende echter wel gedurende meerdere eeuwen een dieptepunt in het Westen. Bovendien werd de kosmologie  geïntegreerd in een christelijke wereldvisie. Het Liber Floridus van Lambertus van Sint-Omaars (1121) is daar een illustratief voorbeeld van, al gebruikt ook hij neoklassieke bronnen.

  Met Gerardus van Cremona (Cremona c. 1114Toledo, 1187) begint een eerste revival met de vertaling van de Almagest van het Arabisch in het Latijn. In de Biekorf te Brugge wordt Ms. 519 Libri Almagesti Ptolomei  bewaard. Het is een vertaling van Gerardus, met de nodige techische tekeningen, afkomstig van de Duinenabdij. Ms. 301 Liber de eruditione religiosorum. Item de eruditione principum van Guilelmus Peraldus o.p. (+ ca 1271), is een handschrift uit de 14de eeuw, met bv. verwijzingen naar de Alamagest en Macrobius.

STÜCKELBERGER geeft een beschrijving van alle bewaarde handschriften in het Grieks, Latijn en Arabisch (o.c. 3.Teil, CB 2010/3633).

In de 15de eeuw werden er in Italië vertalingen gemaakt van het Grieks in het Latijn en mede door de veranderde culturele context, werd het werk van Ptolemaeus naar waarde geschat. Daardoor sloeg de cartografie in het Westen nu definitief de ‘wetenschappelijke’ richting in.

De Cultuurbibliotheek bezit meerdere uitgaven en facsimile’s van de Geographia. Facsimile’s van de Geographia in de reeks Teatrum Orbis Terrarum uitgegeven door N. Israel in Amsterdam:

Firenze 1482 (CB 2003/719)                Straatsburg 1513 (CB 2001/1960)

Ulm 1482 (CB 2001/1965)                   Bazel 1540 (CB 2001/1961)

Bologna 1477 (CB 2001/1964)             Venetië 1588 (CB 2009/1136)

Rome 1478 (CB 2001/1959)

Een belangrijke originele uitgave is die van Petrus Bertius (CB 2008/100). Het is een vrij late uitgave (Amsterdam, 1618) maar geeft de Griekse tekst met een Latijnse vertaling en met bewerkingen van G. Mercator en van P. Bertius zelf.

Ptolemaeus beschrijft  wat China zou moeten zijn in Tabula undecima Asiae. De Sinus Gangeticus en de Sinus Magnus vormen een binnenzee want het Oosten van Azië is met Africa  verbonden.  Bertius en Mercator beschrijven de geografie volgens Ptolemaeus, maar zij geven in de marge ook enkele moderne namen. Dat geeft volgend lijstje:

Sinarum Situs                         China, Barbaris Sin                                                                                  Sinus Magnus                         Mare del Sur (ad quem Hispani versus occidentem navigando perveniunt) Bramma civitas                       Brema                                                                                                   Cattigara Sinarum statio          Canton

Hoe Ptolemaeus aan de coördinaten komt is een raadsel : Cattigara Sinarum statio (op de kaart het uiterst oostelijke punt ) krijgt 177° OL / 8°30’ ZB.

 

De stromen door Ptolemaeus opgegeven zijn: Aspithra fluvius, Ambustus fluvius, Senus fluvius, Cottiaris fluvius.

 

bertius coordinaten china.jpg

CHINA PTOLEMAEUS BERTIUS.jpg 

Mercator geeft daar zijn commentaar bij:  mercator over ptol..jpg 

BERTIUS, PETRUS, Theatrum geographiae veteris, duobus tomis distinctum  (Atlantes Neerlandici  I, 1:512, CB 2009/100).

Het Theatri geographiae veteris Tomus prior in quo Cl. Ptol. Alexandrini Geographiae libri VIII Graece et Latine. Graeca ad codices Palatinos collata aucta et emendata sunt, Latina infinitis locis correcta, opera P.Bertii Christianissimi Galliarum Regis Cosmographi,  uitgegeven in 1618 in Amsterdam door Isaacus  Elzevirius en Jodocus Hondius, bevat de 8 boeken van Ptolemaeus’ Geographia in het Grieks en in het Latijn en de 27 klassieke kaarten volgens Ptolemaeus,  getekend door Agathodaemon Alexandrinus met commentaren en correcties van Gerard Mercator en Petrus Bertius.

Asiae tabula octava komt het dichtst in de buurt van China. We lezen : “Continens Scythiam extra Imaum montem et Sericam.” Op die kaart zijn weinig plaatsnamen  te zien maar de kaart is aardig opgesmukt met tenten, jachttaferelen en dromedarissen.

Door de kaart lopen twee opvallende rechte lijnen: een op de 150ste lengtegraad met de tekst “Ulteriora in septentrionem Ptolemaeo incognita fuerunt.” En een lijn op de 180° met: “Ulteriora in orientem Ptolemaeo incognita fuerunt.” In de rechter benedenhoek van de kaart  wordt een klein hoekje uitgespaard voor “Sinarum pars”. De “Ottorocoras mons” vormt  blijkbaar de grens tussen Imaum en Pars Sinarum. Midden in de kaart staat dan weer in duidelijke letters: Serica met de plaatsnamen: Issedon Serica, Drosache, Ottorocora en Sera metropolis.

Asiae tabula undecima is interessant. Mercator en Bertius weten meer, maar willen Ptolemaeus geen onrecht aandoen. De kaart tekent  “India extra Ganges” tot en met Aurea Chersonesus, het huidige schiereiland Malakka. De lijn op de 180ste lengtegraad verschijnt hier terug als “Limes Magni sinus versus Sinas.” Verder naar het Oosten lezen we: “Reliqua continentis in orientem et meridiem Ptolemaeo incognita fuerunt, putavit autem hinc in meridiem et consequenter in occidentem continuari terras cum Prasso et Rhapto promontoriis et partibus australibus Azaniae quae sunt in latere orientali Africae.” Prassum promontorium en Raptum promontorium staan inderdaad op  de 4e kaart van Afrika in het land van de Anthropophagi Aethiopes.Mercator en Bertius publiceerden de kaarten zoals Ptolemaeus ze begreep. Het zijn dus voor ons oude historische kaarten.

Volgend detail uit Index Tabularum universalis Tabula juxta Ptolemaeum, Lugduni Batavorum, 1704, (CB 2008/418). is illustratief. De kaarten volgens Ptolemaeus werden tot in de 18de eeuw uitgegeven maar zodanig dat een open Mare Indicum gesuggereerd werd. Deze uitgave bevat alleen de kaarten volgens de Geographia.

Ptolemeus ch 12.jpg

Afbeelding: detail CB 2008/418.

 

Geographia, Strassburg, 1513 (CB 2001/1960).

De uitgave van WALDSEEMÜLLER, MARTINUS, Claudii Ptolemei viri Alexandrini, Mathematicae disciplinae Philosophi doctissimi, Geographiae opus novissima traductione e Graecorum archetypis castigatissime pressum, caeteris ante lucubratorum multo praestantius, Straatsburg, 1513, is een mijlpaal in de evolutie van de cartografie. Het exemplaar van de Cultuurbibliotheek, is een facsimile in de reeks Theatrum orbis terrarum. Second series, IV. Na de 8 boeken van Ptolemaeus en de 27 traditionele kaarten volgt een “Pars Secunda moderniorum lustrationumViginti tabulis, veluti supplementum quoddam antiquitatis obsoletae, suo loco quae vel abstrusa, vel erronea videbantur resolutissime pandit.”

De kaarten zijn schitterende houtsneden die zeer overzichtelijk zijn. Ze brengen het gevoel van de 16de eeuw over: het zicht op de wereld is veranderd. Ptolemaeus heeft een kosmologisch systeem geleerd om plaatsen te situeren (vandaar de aanduiding van de breedtegraden links op de kaart). De zeevaarders (traditio hydrogaforum) tekenden hun portolanen met de windrichtingen, zo noodzakelijk voor de zeilschepen. De drie continenten hebben er America, een nieuwe wereld, bij gekregen en de Mare Indicum werd nu duidelijk een open zee. Martinus Waldseemüller laat zijn 20 moderne kaarten In Claudii Ptolemei Supplementum door een kort “Ad lectorem” voorafgaan waarin hij de evolutie van de cartografie memoreert: ik heb eerst de historische kaarten gemaakt zoals het hoort; veel streeknamen zijn nu van naam veranderd en de Portugese portolanen die ik heb gekregen hebben nieuwe gegevens geleverd.

 

waldsee 2.jpg

Afbeelding: Detail van een eerste versie bewaard in de John Carter Brown Library, Theatrum orbis terrarum, II, 4, p. XXI.

 

        3B. Cartografie op nieuwe wegen

Portolanen

Deze kaarten werden door en voor zeelui gemaakt. De kusten werden vaak nauwkeurig getekend met veel namen langs de kusten. Het binnenland bleef onbekend en werd opgesmukt met kleurrijke taferelen. Op die kaarten staan vaak meerdere windrozen en de windrichtingen lopen uit over heel de kaart. Ze vormen een belangrijke component in de ontwikkeling naar een volwaardige wetenschappelijke cartografie.

Portolanen van Lopo Homem

De Cultuurbibliotheek bezit een paar gekleurde afbeeldingen (34 x 49 cm) van portolanen uit de 16de eeuw van de Portugese cartograaf Lopo Homem (1496-1565). Zoals gebruikelijk staan de kaarten vol windrichtingen om op te zeilen, staan er veel plaatsen vermeld langs de kusten en wordt het binnenland versierd met gebouwen, dieren en menselijke taferelen. Wat het meest opvalt zijn de Portugese vlaggen en schilden. Onder invloed van Ptolemaeus wordt toch ook de “Circulus Equinoccialis” vermeld.

CB 2006/3518 toont de hele regio vanaf de Sinus Arabicus over Mare Indicum tot de Sinus Gangeticus. Er staan 10 Portugese vlaggen op.

CB 2006/3540 draagt als titel “Hic est magnus golfus chinnarum maris in quo sunt insule magne in quibus omnium divitiarum mercantiarumque genera tractantur.” Er staan 5 Portugese vlaggen op, strategisch opgesteld, en 1 schip onder Portugese vlag, maar ook 4 schilden met de halve maan en 7 schepen onder de halve maan.

 

Afbeelding (9).jpg

Afbeelding: detail van 2006/3540.

 

De Castiglioni planisfeer 

In Mantua wordt de zogenaamde Castiglioni planisfeer  bewaard in  het Archivio Marchesi Castiglioni. Het is een indrukwekkende (208 x 82 cm.) portolaan op perkament. De cartograaf is niet bekend en de  kaart draagt de naam van een vroegere eigenaar. Armando Cortesao heeft de kaart beschreven in Imago Mundi 11, p. 53-55, met een afbeelding (CB 2008/802). De karakteristieke windrozen staan er op, maar geen lengte- of breedtegraden. De ‘pauselijke’ demarcatielijn tussen de Portugese en de Spaanse invloedsfeer na het Verdrag van Tordesillas in 1494, wordt duidelijk aangegeven in het midden van de kaart (op 46° W.L.). De Stille Oceaan draagt de naam Mar Oceano Occidental en aan de uiterst linkse kant van de kaart staat nog juist La China vermeld. De kaart wordt gedateerd 1525. In 1529 (het Verdrag van Zaragoza) werd ook in de Stille Oceaan een demarcatielijn getrokken (op 142° O.L.).  Een vergelijkbare kaart is de Cantino planisfeer waarvan bekend is dat ze van Portugese oorsprong is maar door Alberto Cantino reeds in 1501 naar Ferrara gebracht werd.

Gerardus Mercator

In 1569 publiceerde Mercator een wereldkaart: Nova et aucta orbis terrae descriptio ad usum navigantium emendate accomodata. Het is de beroemde wandkaart (123 x 202 cm) in de ‘Mercatorprojectie’. Eén van de drie nog bestaande exemplaren werd in 2011 door de Stichting Maritiem Museum Rotterdam, uitgegeven onder de titel Atlas van de wereld. De wereldkaart van Gerard Mercator uit 1569 (CB 2011/5276). Blad 9 waarvan we hier een detail tonen, bevat het zuidelijk gedeelte van Azië waar China dus moet gesitueerd worden. Belangrijke bronnen voor Mercator waren Plinius en Ptolemaeus. Hun namen werden op de kaarten zelf vermeld zoals op het kaartfragment duidelijk te zien is. Een andere bron was natuurlijk Venetus of Marco Polo.

china mercator goed 2.jpg 

Detail wereldkaart Mercator 1569

 

 

Petrus Plancius

Platevoet (Dranouter 1552 – Amsterdam 1622) was predikant, en instructeur en geograaf van de VOC. Hij kreeg informatie van o.a. Portugese zeelui. Als ondernemende zakenman had hij bv. contacten met Jan van Linschoten (1563-1633) die in dienst van Portugal meerdere jaren in India verbleef. In zijn Itinerario werd een kaart van Plancius opgenomen. Itinerario, voyage ofte schipvaert, van Ian Huygen van Linschoten naer de Oost ofte Portugaels Indien, inhoudende een corte beschrijvinghe der selver landen ende zeecusten..., Amsterdam, 1595-96. Een ander belangrijk werk van hem is Reys-Gheschrift van de navigatien der Portugaloysers in Orienten…,Amsterdam, 1595 (MEURER, pp. 215-216).

Placius’ ‘specerijenkaart’ (CB 2006/3535, een mooie gekleurde afbeelding 35 x 49 cm) vermeldt de Sinensis Oceanus, en nog juist een stukje China met o.a. de stad ‘Macao ali[ter] Vera Cruz’. De protestantse predikant  is niet te beroerd om in de streek Quansii “Jesuitarum ecclesia” te vermelden. Ook het I[nsula] Sanchoa van Xaverius is te zien. De eerste druk is van 1592.

 

plancius detail 2.jpg

Afbeelding: detail van de specerijenkaart.

Op zijn wereldkaart van 1594 wordt Sina vermeld binnen de muur, en Cathaia, Tartaria, Mongul, Guth en Tenduc buiten de muur.

 

http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/c/c5/1594_Orbis_Plancius_2%2C12_MB.jpg

Afbeelding: wereldkaart van Plancius 1594.

Op een niet gekleurd exemplaar is de Lange Muur, zonder verdere tekst, duidelijk  getekend. In het Zuiden valt de tekst “Ecclesia pat:/rum Societa/tis” op. 

Afbeelding (8).jpg

Afbeelding: detail wereldkaart van Plancius.

De kaart van Plancius werd meerdere keren uitgegeven, ook door Joannes Baptista Vrint. Van deze kaart bezit de Cultuurbibliotheek een mooie zeer leesbare en gekleurde prent (38 x 56 cm.)  (CB 2006/3536).

 

 

Afbeelding (16).jpg

Afbeelding: Vrint detail.

Abraham Ortelius (1527-1598)

In 1567 gaf Ortelius een wereldkaart uit in 8 bladen. Het is een opmerkelijk debuut. De kaart die nog maar in twee exemplaren bestaat, werd door GÜNTER SCHILDER uitgegeven in zijn Monumenta Cartographica Neerlandica II, Canaletto, Alphen aan den Rijn, 1987 (CB 2006/23). In een vrij uitvoerige beschrijving (pp. 33-51) brengt hij interessante gegevens over de bewaarde exemplaren, de uitgever, de graveur, aan wie de kaart werd opgedragen en de bronnen. In een cartouche wordt Gastaldi speciaal vermeld die door bemiddeling van Postel “…mathematicus insignis, et multarum linguarum, etiam Arabicae callentissimus…” gegevens uit de Arabische wereld kon integreren.

legende ortelius asia.bmp

 

Chinae, olim Sinarum regionis nova descriptio auctore Ludovico Georgio. (Atlantes Neerlandici IIIB [8410:31b], VAN DEN BROECKE nr. 164)

In de Cultuurbibliotheek bewaren we een gekleurde prent. (38 x 49 cm. CB 2006/3520)

 

http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/9/94/CEM-11-Chinae-nova-descriptio-2521.jpg

Ook http://commons.wikimedia.org/wiki/File:CEM-11-Chinae-nova-descriptio-2521.jpg

De kaart is gemaakt naar een manuscriptkaart van Ludovicus Georgius (= Luiz Jorge de Barbuda, 1575 -1599). In een cartouche staat dat het privilegie verleend werd in 1584. De kaart geldt als de eerste Westerse China-kaart die ook als eerste de Lange Muur toont. “Murus quadringentarum leucarum inter montium crepides a rege Chinae contra Tartarorum ab hac parte eruptiones extructus.” De Lange Muur, die op kaarten direct opvalt, heeft een lange geschiedenis.Het uitzicht van het stuk muur ten Noorden van Beijing dat de toeristen te zien krijgen, is van de Ming-periode. Cfr. MEIJER, M.J., A map of the Great Wall of China, in Imago Mundi 13, 1956, pp.110-115 (CB 2008/802).

Het is opmerkelijk, gezien de voortdurende verwarring tussen de namen, dat hier zo radicaal voor de naam China gekozen wordt. Het is een decoratieve kaart opgesmukt met tenten, zeilwagens, boten en dieren. Opvallend zijn de meren en een bijzonder groot meer Lacus met de tekst “Lacus hic rotundus in Sancii provincia factus fuit inundatione, anno 1557, in quo submersae sunt civitates septem praeter opidula et pagos, et mortalium ingentem numerum, uno tantum puero in trunco arboris servato.”  Dergelijke anekdotes laten ons iets aanvoelen van de onbevangenheid waarmee men naar verhalen luisterde.

De kaart toont het Westen bovenaan en heeft breedte- maar geen lengtegraden. Een versierde cartouche zegt dat 19 leucae gelijk zijn aan 1 breedtegraad. Er staan 17 streeknamen op en tientallen steden. De vorm van Japan is zeer onrealistisch. “Las Philippinas” staan op deze versie van de kaart, maar van Korea geen spoor.

 

 

Theatrum Orbis Terrarum

Het werk kan beschouwd worden als de eerste moderne atlas zoals we die nu kennen, al bestond het woord voor dergelijke boeken nog niet. In de Cultuurbibliotheek beschikken we over een facsimile van de Latijnse editie 1570 (CB 2006/4209), en over een origineel van de eerste Nederlandse editie Theatre, oft Toonneel des aertbodems: waer in te siene sijn die Landt-tafelen der geheelder weerelt: met een corte verclaringe der selver,  1571 (CB 2006/3842, Atlantes Neerlandici  IIIA: 31:111). De Latijnse atlas van 1570 werd uitgegeven  in de reeks Theatrum Orbis Terrarum. A series of atlases in facsimile, I-3, 1964 (Atlantes Neerlandici III, 31:001A).

In deze twee atlassen staan twee kaarten waarop China en Japan te zien zijn: Tartariae sive Magni Chami regni typus, en  Indiae Orientalis, insularumque adiacentium typus.

De kaarten in de Nederlandse uitgave van 1571 zijn identiek met de kaarten in de Latijnse uitgave van 1570, op een onbegrijpelijk detail na: in de Latijnse uitgave van Tartariae sive… staat een eilandje getekend op de letter ‘s’ van ‘septentrio’. De kaarten “Tartariae sive…” en “Indiae Orientalis” verschillen echter onderling aanzienlijk wat de vorm en de ligging van China, Japan en Amerika betreft. De Lange Muur staat niet op de kaarten.

De begeleidende teksten in het Latijn en in het Nederlands zijn totaal verschillend.

Tartariae sive Magni Chami regni typus (Atlantes Neerlandici IIIB [8050 :31], VAN DEN BROECKE nr. 163).

De tekst onder de titel Tartarien, oft Grooten Chams landen, maakt het  gemakkelijk  om de omvang van Tartaria te begrijpen. De ‘grenzen’ zijn op de kaart goed te volgen: “de Riviere Obij, het Meer Kytaia, de Riviere Volga…Mar Maggiore…het Meer Caspium, de Riviere Chesel…den berch Imaus…ende een linie gebeeldt…tot op de zee by Cabo de Liampo…”

De kaart  (32,5 x 44,5 cm. binnen kader) is decoratief opgesmukt met een paar tenten “Magnus Cham, quod lingua Tartarorum Imperatorem sonat, maximus Asiae princeps” twee zeilschepen en een vliegende vis. Het exemplaar van de CB is niet gekleurd. Twee cartouches beschrijven het onderwerp van de kaart. De naam die het meest opvalt is “TARTARIA Quae Sarmatiam Asiaticam et utramque Scythiam veterum comprehendit.” In de Nederlandse inleiding: “Also dat alle de Landen die voortyden Sarmatia Asiatica, utraque Scythia, ende Serica geheeten hebben, nu al onder den naem van Tartaria verwisschelt sijn.”

De streeknaam China staat onopvallend tegen de zuidelijk rand van de kaart waar we als plaatsnamen vinden: Saianfu, Quanzu, Coiganzu, Cegnigo, Alfigubas, Chincheo. Op dezelfde grootte als China staan de streeknamen Cataio, Thebet, Chequan, Nanqui, Xanton, Mangi, Tainfu, Ania, Quinci.  

Het boek Esdra wordt vermeld onder de plaatsnaam ARSARETH. "4 Esd. v.13,  Hic 10 tribus secessere et Totarorum sive Tartatorum loco Scythicæ substituerunt. Vnde Gauthæ seu Gauthay à summa Dei gloria asserenda ibi dicti sunt, et hinc Cathay clarissimum Regnum".

Onder de naam ARGON wordt melding gemaakt van het rijk van Pape Jan.

Ortelius citeert Plinius en Marco Polo                                                                                                        - Een kaap boven Arsareth krijgt de naamTabin Prom[ontorium] Plin[ii]”   

- De oceaan : “Oceanus Scythicus dulcis est Plinio auctore, qui multas in eo insulas esse dicit, ut etiam  M. Paul[us] Venetus sed neuter neque situm neque numerum tradit.”            

- Ania (=Anian Regnum) is de naam van een legendarisch rijk door Marco Polo vermeld.  

- « Quinsai  id est civitas celi » = de hoofdstad beschreven door M. Polo.

- Cathaio en China worden vermeld. Het was lange tijd niet duidelijk waar de naam China precies voor stond.  Benoît de Goes s.j. (1562-1607) trok door centraal Azië op zoek naar Cathay. Hij identificeerde Cathay met China maar zijn informatie bereikte Ricci in Beijing, pas na zijn dood.

Indiae Orientalis, insularumque adiacentium typus (Atlantes Neerlandici IIIB [8400:31], VAN DEN BROECKE nr. 166).

 

ortelius india.jpg  http://www.columbia.edu/itc/mealac/pritchett/00maplinks/mughal/orteliusmaps/ortelius1603/ortelius1603.html

In de Indiae Orientalis-kaart valt het schild van Potugal op. Chincheo duikt hier weer  op zoals in Ortelius’ Maris Pacifici (1589). Op die twee kaarten staat vermeld dat Marco Polo, Japan Zipangri noemde. Japan insula, à M. Paulo Veneto zipangri dicta, olim Chryse, a Magno Cham olim bello petita sed frusta.  De Lange Muur staat niet op de kaart.

Maris Pacifici, 1589 (Atlantes Neerlandici IIIB [0600:31], VAN DEN BROECKE, nr. 12).

Ortelius_-_Maris_Pacifici_1589.jpg http://en.wikipedia.org/wiki/File:Ortelius_-_Maris_Pacifici_1589.jpg

De kaart Maris Pacifici van Ortelius is gedateerd 1589 in de cartouche met de opdracht aan Nikolaas Rockox. De taalkundige vorm van de toponiemen verraden een Zuid-Europese, een Italiaanse of Portugese origine. De eerste versie van deze kaart, van 1584, vermeldt "Luis Georges" als bron. Dat moet Luiz Jorge de Barbuda zijn. de Barbuda (MEURER, p. 111) was goed geplaatst om informatie uit de eerste hand te leveren.

Volgens DAHLGREN, E.W., Les débuts de la cartographie du Japon, in: Archives d'études orientales, vol. 4, Uppsala 1911, pp. 44 - 47 (Opgenomen in Acta Cartographica XXVII p. 383-448, CB 2004/2646) zou Ortelius zijn China- kaart ontvangen hebben vanuit Portugal via Johannes Baptista Raimundus. Hij verwierf de kaart na vier jaar wachten. (RIMINGTON TAYLOR, EVA GERMAINE, Tudor Geography: 1485-1583, London, Methuen, 1930, p. 225 en 261). Niets sluit uit dat Ortelius tegelijk en parallel andere geschreven (gedrukte) bronnen heeft bekeken, o.m. Latijnse jaarbrieven van de Japanse missie die eind 16e eeuw vrij talrijk in Antwerpen gedrukt werden.

China, olim Sinorum regionis nova descriptio, 1584 (Atlantes Neerlandici IIIB [8410:31], VAN DEN BROECKE nr. 164, CB 2006/3520).

Barbuda’s China-kaart is van 1584. De toponiemen op de kaart Maris Pacifici komen zeer goed overeen met de namen op deze kaart. Ortelius nam echter maar een selectie uit de namen over. Een detail is bevreemdend: de 'Chinese muur' wordt door Ortelius hier genoemd: "Murus  quinquegentorum (sic) leucarum…”  maar op Barbuda’s kaart staat ‘quadringentarum’.

Jodocus Hondius/Jean Le Clerc, Americae Novissima descriptio, 1589.

Deze zeldzame kaart (niet in Atlantes Neerlandici) is goed te vergelijken met de kaart Maris Pacifici. Zelfs de tekst over de bekeerlingen van de jezuïeten werd overgenomen (in de linker bovenhoek) al is China zelf niet getekend. Kort beschreven en afgebeeld in Map Collectors’ Circle I, 2,  p.11, pl. IV (CB 2004/2715).

De Jode, Cornelis, China regnum, 1593 (Atlantes Neerlandici IIIB [8410:32]).

Cornelius de Jode spreekt in zijn China Regnum, een kaart van 1593, over een muur van 500 leucae (hij geeft zelfs maten van dikte en hoogte).

Maginus, Ioannes Antonius, Geographiae universae tum veteris tum novae absolutissimum opus…Venetië, 1596 (CB 2008/2616).

Het vrij lijvig boek bestaat uit twee delen. Magini, Giovanni Antonio (= Joannes Antonius Maginus Patavinus) (° Padua 1555 - + Bologna 1617), was een wiskundige en astronoom, hoogleraar aan het Gymnasium te Bologna. De kaarten zijn, wegens het formaat van het boek, vrij klein (12 x 17 cm.) Ze werden gegraveerd door Porro, Girolamo (= Hieronymus Porrus Patavinus) (° Padua ca. 1520).In het pars secunda, folio 212 lezen we: “Nostra tempestate Joannes Barrius distinguit Asiam in novem partes, alii autem in quinque, inter quos Ortelius…” “Sexta est China provincia amplissima in Tartarorum, & Indiae finibus, quae à potentissimo Rege moderatur.”  Folio 262-264 bevat een hoofdstukje over China “India extra Gangem, quae est Provincia Mangi, seu Chinense Regnum amplissimum.” China begint inhoud te krijgen. ASIA Magini.jpgKaart van Geographiae universae.

CHINAE, seu CINAE regnum amplissimum, Provincia Magni Marco Polo vocatur, & ab ipsis accolis Tame, qui se ipsos Tangis vocant. Hos populos SINAS à Ptolemaeo vocari ex situ, & nominis affinitate putat Doctissimus Ortelius, quem plerique sequuntur. Hos tamen Mercator, sub India extra Gangem locat, cui magis acquiescimus,. Sinas vero ad Regnum Cathay refert.” (p. 262) De discussie over de namen gaat verder. Overigens weet de auteur al heel wat over het land te vertellen. Over Canton bv.: “Humida, plana, aut palustria oriza, cuius quater in anno sementem faciunt, ex qua quoque praecipuus eorum constitit victus.” Hij beschrijft de terrascultuur die je nu als toerist kunt gaan bekijken: “Nullus itaque locus, nullus ager infrugiter…” , de religie, de steden, de keizer “quem Mundi dominum, & Solis filium vocant” (p. 253). “Addit etiam Joannes Barrius, regem hunc quindecim habere sub se provincias admodum amplas…Antonius Pigaferra* vocat hunc Regem totius orbis terrarum potentissimum…” Zijn beschrijving eindigt met het bizarre verhaal van de grote overstroming in 1557 “…uno tantum puero in trunco arboris servato.”      *Pigaferra, Antonius (Vicenza ca 1491 – 1534), maakte de reis van Ferdinand Magellan mee en schreef er, als een van de overlevenden, een verslag over.

Het boek verscheen in 1596. De 17de eeuw wenkt.

    4.  Bronnen van Ortelius

Ortelius beschikte over een uitgebreid netwerk van informanten. We beperken ons tot bronnen die betrekking hebben op ‘China’. We beschrijven eerst de ‘Catalogus auctorum’ van het Theatrum en diverse besprekingen, dan de ‘grote vier’, ten derde de andere vermelde bronnen in alfabetische orde, en ten vierde de jezuïetenbrieven.

1.      Catalogus auctorum

In zijn Theatrum Orbis Terrarum (CB 2006/4209) publiceerde Ortelius een lijst Catalogus auctorum tabularum geographicarum, quotquot ad nostram cognitionem hactenus pervenere; quibus addidimus, ubi locorum, quando, et a quibus excusi sunt. De publicatie getuigt van intellectuele eerlijkheid. Ortelius was, zeker in zijn beginperiode, afhankelijk, niet alleen van gegevens maar ook van kaarten van andere cartografen. De lijst groeide met elke uitgave.

Naast die lijst geeft hij, in de begeleidende teksten bij de kaarten, ook informatie over zijn bronnen. In India (de Latijnse tekst bij de kaart Indiae Orientalis…typus): “Ex recentioribus Ludovicus Vartomannus; Maximilianus Transsylvanus; Ioannes Barrius, in suis Asiaticis Decadibus. Sed vide etiam Iesuitarum epistolas, in quibus multa ad cognitionem Insulae Iapanicae facientia obviam occurrunt. Scripsit et Ioannes Macer Iurisperitus Indicarum Historiarum libros 3.”

In de tekst Indien bij de Nederlandse versie lezen we als bronnen: Johannes Barros, en de Jesuiten die dit Landt in onsen tyden seer bereysen, ende neerstich sijn om dat selve totten Christen geloove te brenghen.” “Dit landt” betekent hier India Orientalis: India, China, Japan, Insulae Moluccae…

In zijn Tartaria sive Magni Chami imperium vermeldt Ortelius volgende bronnen: “Tartaros, eorumque mores et ritus accuratissimè descriptos habes apud Sigismundum ab Herberstein. Vide et Antonii Bonfinii commentaria Hungarica; M.Paulum Venetum, quem diu inter illos vixisse constat. De eorum origine lege Mathiam à Michou; Haythonum Armenum; Caelium Curionem in historia Sarracenica; et literas Iacobi Navarchi Iesuitae. De Tartaris habes etiam quaedam non negligenda apud Nicephorum, libro. 18. Cap. 30.”

In de Nederlandse uitgave van Tartarien, oft Grooten Chams landen worden Nicolo de Conti , Sigismundus van Herbersteyn en Marco Polo vermeld als bronnen.

MEURER, PETER H. beschrijft in zijn Fontes Cartographici Orteliani. Das « Theatrum Orbis Terrarum » von Abraham Ortelius und seine Kartenquellen, VCH, 1991, (CB 2008/2676) alle auteurs die in de diverse uitgaven van Ortelius vermeld worden. In de catalogus van Ortelius 1570 stonden 87 namen en in 1601 al 183. Meurer beschrijft ze allemaal. Voor de ‘China-kaarten’ worden door Meurer 3 auteurs (van de 183) als bronnen voor Ortelius aangewezen: Barbudo, Gastaldi en Teixeira.

BAGROW, LEO A., Ortelii catalogus cartographorum van 1928 werd opgenomen in de Acta Cartographica XXVII (1981) pp. 65-357 (CB 2004/2646).

In Acta Cartographica VII (1970) pp. 302-312 werd een artikel van NORDENSKJÖLD, A.E. opgenomen: The influence of the ‘Travels of Marco Polo’ on Jacobo Gastaldi’s maps of Asia (CB 2004/2646). In dit artikel toont hij aan dat Ramusio, een rechtstreekse bron is van Gastaldi die overigens als eerste de plaatsnamen van Marco Polo op een kaart zette. Nordenskjöld publiceert een lijst van namen die bij Ramusio en bij Gastaldi voorkomen. Het is echter niet uitgesloten dat Ramusio en Gastaldi op een gemeenschappelijke bron steunen. De kustplaatsen op de kaarten van Gastaldi’s Prima, seconda e terza parte dell’ Asia gaan terug op Portugese en Spaanse portolanen, de plaatsnamen in het binnenland komen van Marco Polo. Gastaldi had ongetwijfeld nog meer bronnen: reizigers, het bureau van de Fuggers…

In 1889 verscheen NORDENSKJÖLD, A.E., Facsimile-Atlas to the early history of cartography . In de Cultuurbibliotheek is een exemplaar voorhanden van de Engelse vertaling van 1973 (CB 2011/3161). In het zesde deel van zijn Facsimile-Atlas bespreekt hij The first maps of the New World and of the newly discovered parts of Africa and Asia. Bij de bespreking van een kaart van Ruysch (1508) wordt gewezen op de verkeerde gelijkstelling bij Marco Polo van de Chinese Li (250 Li in één graad) met de Italiaanse mijl (60 in 1°). In zijn tiende deel The transition to and the beginning of the modern period. Jacopo Gastaldi. Philip Apianus. Abraham Ortelius. Gerard Mercator  vinden we de Catalogus Auctorum van Ortelius terug, maar met meer gegevens. Nordenskjöld geeft zelf toe dat veel namen moeilijk op moderne kaarten terug te vinden zijn.

        2. De “grote vier”

Marco Polo = Paulus Venetus (Venetië 1254 - Venetië 1324). M.P. komt niet voor bij Meurer. Rustichello van Pisa schreef in 1298-1299 tijdens de gevangenschap van M.P. het reisverslag Il Milione. De invloed van Marco Polo bij Ortelius, is vrij duidelijk. Zijn naam wordt meerdere keren vermeld op diverse kaarten. Op de kaart Asiae nova descriptio wordt bv. vermeldt Urbs Quinsai habet ut M.P. Venetus refert 100 mille passuum in circuitu, habetque 12.000 pontes.

Ramusio = Ramnusio, Joannes-Baptista (Venetië 1435 – Padua 1557), diplomaat in dienst van Venetië en gewaardeerd historicus. Hij schreef een groot werk met reisverhalen, in drie delen Raecolta della navigazioni e viaggi, 1550-1566. Ramusio heeft ondermeer een werk van Haythonus Armenus (Cf. infra) in zijn verzamelwerk opgenomen. Cf. Encyclopédie moderne, XIX p. 279  en XII p. 426 (CB 2009/3342). CATTANEO, ANGELO beschrijft in zijn Fra Mauro’s mappa mundi and fifteenth-century Venice, Brepols, 2011, pp. 66-69, de relatie Marco Polo – Fra Mauro. Volgens Ramusio heeft Marco Polo zelf kaarten meegebracht van zijn reizen. Die zijn in corrupte vorm gebruikt door Fra Mauro.  (CB 2011/2605). Nordenskjöld heeft aangetoond dat Gastaldi het verslag van Ramusio over Marco Polo gebruikte voor zijn kaarten. (Cf. NORDENSKJÖLD, Acta Cartographica VII p. 402-404: Table of Geographical  names. Ramusio’s ‘Marco Polo’ – Gastaldi’s ‘Asia’). R.A. SKELTON schrijft over Ramusio, in de inleiding op Cornelius à Wytfliet’s Descriptionis Ptolemaicae augmentum (CB 2009/971), nogal laatdunkend over  “Giambattista Ramusio, as a public servant with an interest in geography.”

Gastaldi Jacobo = Jacobus Castaldus Pedemontanus (Villafranca 1500-1510 – Venetië 1566) wordt in de bronnenlijst van Ortelius geciteerd: Jacobus Castaldus Pedemontanus, Orbis Universalis typum, magna forma; eandem minori forma; Item Asiae….Venetiis, omnia per Mathaeum Paganum. Rond 1546 gaat Gastaldi werken met Ramusio. “…Gastaldi who, among otherthings, designed the maps in the first edition of the Navigazioni e viaggi.” (CATTANEO, p. 68). Er loopt dus een lijn van Marco Polo over Ramusio naar Gastaldi. Veel kaarten van Gastaldi, zeker die over het oosten, werden door Ortelius overgenomen. (MEURER, pp. 148-154) “Ein Meilenstein in der Entwicklung der kartographischen Darstellung Asiens war Gastaldis Disegno dell’Asia, die von Fabio Licinio (ca. 1521-1565) gestochen und 1559-1561 in drei nicht zusammensetzbaren Blättern publiziert wurde…” De belangrijkste kaart van Gastaldi voor China is Il disegno della terza parte dell’Asia. Die kaart wordt beschreven in TOOLEY, R.V., Maps in Italian Atlases of the sixteenth century in Imago Mundi III, p. 20 nr. 61 (CB 2008/802).

Postel Guillaume (1510-1581) een Franse oriëntalist, wiskundige, cartograaf en verdacht mysticus. Hij was in contact met Ramusio, Gastaldi en Ortelius (MEURER  p. 218-220). Tijdens zijn reizen in het Oosten verzamelde hij manuscripten en groeide hij uit tot een ware polyglot. DENUCE, JAN, Kaartmakers in betrekking met Plantijn II, Antwerpen, 1913, pp. 17-21 (CB 2002/4234).

         3.Auteurs vermeld in de teksten van Ortelius,  wanneer ze voor Azië/China belangrijk zijn.

ab Herberstein, Sigismundus (Wippach/Krain 1486 - Wenen 1566).

http://www.hs-augsburg.de/~harsch/Chronologia/Lspost16/Sigismundus/sig_co00.html

Sigismundus Reichsfreiherr von Herberstein was een Oostenrijkse diplomaat, humanist en etnograaf. Hij kreeg twee zendingen naar Moskou in 1516/17 en 1526/27. In 1549 publiceerde hij over zijn diplomatieke reizen in Rusland onder de titel Rerum Moscovitarum Commentarii (cf. www.fh-augsburg.de.). In dit werk staat een hoofdstuk De Tartaris en een Navigatio per Mare Glaciale (MEURER, pp. 165-166).

Barrius, Joannes = Joao de Barros (1496 – 1570). Hij genoot in Portugal koninklijke protectie die toegang gaf tot de Casa da India e da Mina. Zijn belangrijkste historisch werk is Décadas da Asia. Het eerste deel verscheen in 1552 volgende delen in 1553 en 1563. Het vierde en laatste deel verscheen pas in 1615 lang na zijn dood. Hij beschrijft de vroegste ondernemingen van Portugal in Azië, en in het bijzonder in India. Het werk wordt geloofd om zijn klaarheid en systematische aanpak. Diogo de Couto heeft de Décades voortgezet en uiteindelijk beslaan ze in de uitgave van Lissabon 1788, 14 volumina: Da Asia de Joao de Barros, dos feitos que os Portuguezes fizeram no descubrimento e conquista dos mares e terras do Oriente.

Bonfinius, Antonius = Antonio Bonfini (1427-1503), humanist en betrouwbaar historicus, schreef o.a. Rerum Ungaricarum decades tres (Bazel, 1568). Cf. Encyclopédie moderne III, p. 462.  

Curionis, Caelius = Curio, Caelius Augustinus = Curion (1538-1567). Auteur van: De Saracenis et Turcis chronicon, Bazel, 1567. Cf. DE FELLER, F.-X., Dictionnaire historique IV, p. 296 (CB 2007/2413).

de Barbuda, Luiz Jorge = Ludovicus Georgius (+1599). Portugees cartograaf, maakte een China-kaart die in handen kwam van Ortelius, via Arias Montanus. ( Voor Arias Montanus, zie MEURER, pp. 108-109.) De kaart werd in 1584 voor het eerst uitgegeven. Het is de eerste Westerse kaart met China als onderwerp (MEURER, pp.111-112). Zie ook NEBENZAHL, KENNETH,  Mapping the Silk Road and beyond, Phaidon, 2004 p. 130 (CB 2011/3868).

de Conti, Nicolo = Nicolas Conti = de Comitibus (°Venetië, 15de eeuw). Hij zwierf met vrouw en twee kinderen 25 jaar in Afrika en Azië, tot in het Zuiden van China. In 1444 was hij terug in Venetië. Uit opportunisme had hij zich bekeerd tot de Islam maar kreeg van Eugenius IV absolutie op voorwaarde dat hij zijn verhaal dicteerde aan zijn secretaris, Poggio. Die schreef er een Latijns werk over. Ramusio bracht een Italiaanse vertaling van een Portugese versie in zijn Raccolta delle navigazioni e viaggi , 1550, 1559, 1566. “Les observations de Conti ont été reconnues exactes et judicieuses.”  Cf. DE FELLER , vol XVII, p. 197.

Gregoras, Nikephoros = Nicephorus Gregoras (ca. 1295 - 1360), Byzantijns historicus en wetenschapper.

 Haythonus Armenus, = Haython von Gorigos (Curco), (1235 – Poitiers 1314), Armeense prins. In 1305 werd hij op Cyprus premonstratenzer monnik. Hij speelde een rol in de pauselijke diplomatie om een alliantie te bewerken tegen de Mongolen. Hij was een neef van Hethum I ( +1271), koning van Armenië. In Encyclopédie moderne XII p. 425-426 kan men een overzicht lezen over de voortdurende strijd in Armenië tussen de Mamelukken vanuit Egypte en de Tartaren. Van zijn Liber historiarum partium Orientis, sive Passagium terræ sanctæ, verschenen uitgaven in het Latijn, het Frans en het Engels.Zoals de afbeelding laat zien is er een uitgave van 1529 bekend van zijn Liber historiarum partium Orientis… Het werk zou dus geschreven zijn in 1300. http://www.reiss-sohn.de/auktion/bilder/1421_2.jpg

Macer, Joannes = Macrus professor aan de universiteit van Parijs, schreef o.a. Indicarum historiarum ex oculatis et fidelissimis testibus perceptarum libri tres : quibus inferuntur rerum quarundam apud Indos ..., Parisiis, apud Gulielmum Guilard, 1555. Cf. Encyclopédie moderne XV, p. 68. Enkele herkenbare citaten. In het derde boek, 16de hoofdstuk: …Qui incolant Caragoram urbem Christiani sunt complusculi… Quatuor Evangelistas habent totidemque observant evangelia, quot apud nos sunt recepta…Het 21ste hoofdstuk draagt de titel Quam longe expatietur civitas vulgo Quinsai nominata, et de moribus eius incolarum pauca. Een citaat: …Eius [Quinsai] ambitus leucarum nostrarum quinquaginta numerum constituit. Lapideorum pontium habet duodecim millia, qui in tantam erecti sunt sublimitatem, ut naves vel maximas elatis etiam malis facile admittant…

Navarchus, Jacobus = Navandrius = Jacques Schipman s.j. (Hondschoote - Antwerpen 1576). Professie in Leuven ( 1564), rector van het college in Douai in 1571. Werd opgenomen in de lijst van auteurs in Ortelius’ Synonymia geographica, Ex officina Christophori Plantini, Antverpiae, 1579 (CB 2008/2633).

Er zijn van hem 2 brieven door hem ondertekend, bekend in Epistolae Indicae et Iapanicae de multarum Gentium ad Christi fidem, per Societatem Iesu conversione. Item de Tartarorum potential, moribus, et totius penè Asiae religion (Leuven 1566², p. 401-412, 1570³ t. I, pp. 290-299 en t. II, pp. 296-395). 

De tweede, vrij lange, brief gedateerd Leuven 1/12/1568 is gericht aan Jean Entailerius, priester in Anchin, over de situatie van het christendom in Azië. Die brief bevat veel geografische, historische en etnografische gegevens over diverse landen in Azië o.a. over de Tartaren. Hij was nooit in Azië maar steunt op Marco Polo en op gegevens van missionarissen.

Op 12 augustus 1570 schrijft Navarchus aan Ortelius dat hij bij Plantijn de Epistola Jesuitarum niet gevonden heeft maar dat hij hem nu een Leuvense druk stuurt van Epistolae Indicae et Japanicae samen met een vermeerderde uitgave van zijn eigen brief Asiatica over de gebruiken van de Tartaren en de godsdienst in Azië. Hij vraagt de mening van Ortelius want hij komt zopas een werk over dat onderwerp te voltooien. Hij heeft zijn Theatrum ontvangen met de mooie kaarten. Ortelius vergist zich wanneer hij Nicephorus citeert. Wat die schrijft slaat niet op de Tartaren maar op de Turken. Laonicus Chalcocondyla heeft ook  informatie over de Tartaren die hij Scythen noemt. Ook de Griek Gregoras heeft goede informatie. (29 ste brief Vol. I, p. 69 in Abrahami Ortelii…epistolae…1524-1628. Ex autographis mandante Ecclesia Londino-Batava edidit Joannes Henricus Hessels…1887. Notes p. 894. (reprint Flandria Nostra, 1988. CB 96/4469.) Cf. ook ROERSCH, ALPHONSE in Biographie Nationale, XXI, 721-722 kol. (CB 2004/2878).

Teixeira, Luis = Ludovico Teixeira =Ludovicus Teisera Lusitanus Regiae Maiestatis cosmographus (op een kaart van de Azoren van 1584). Teixeira is een Portugese jezuïet van de 16de eeuw, wiskundige en cartograaf. Hij maakte een van de eerste kaarten van Japan.

Teixeira, Manuel (1536 - Goa 1590), Portugese jezuïet, ontmoette Franciscus Xaverius in 1552 in Goa. Cf. DEHERGNE, p. 268.

Transsylvanus, Maximilianus = Maximilian von Sevenborgen (1490 - Brussel 1538). Als secretaris van Karel V schreef hij in Valladolid zijn belangrijkste werk De Moluccis insulis, een beschrijving van de omvaart van Magelaan en Elcano. Toen de Victoria in september 1522 aanmeerde kreeg hij uit eerste hand informatie. Zijn werk verscheen  in 1523 in Keulen bij Eucharius Cervicornus. De volledige titel: De Moluccis insulis, itemq(ue) alijs pluribus mira(n)dis, quae novissima Castellanorum navigatio Sereniß. Imperatoris Caroli V. auspicio suscepta, nuper invenit.

Vartomannus, Ludovicus. Zijn naam staat niet in de catalogus auctorum van Ortelius maar wel in de teksten bij de kaarten. Hij komt dan ook niet voor in het werk van Meurer. Wereldreiziger in het begin van de 16de eeuw afkomstig van Bologna. In Encyclopédie Moderne XXIII p. 225: “Vartomanus Ludovicusà ou plutôt Louis Varthema ou Barthema, gentilhomme bolonais et patrice romain, se fit un nom par ses voyages dans le 16e siècle.”

http://www.archive.org/stream/travelsofludovic00vartrich#page/n119/mode/2up

De Italiaanse editie van 1510 werd in 1863 heruitgegeven door George Percy Badger in Londen voor de Hakluyt Society in 1863 onder de titel The travels of Ludovico di Varthema in Egypt, Syria, Arabia Deserta and Arabia Felix, in Persia, India, and Ethiopia, A.D. 1503 to 1508.

           4.Jezuïetenbrieven

http://ler.letras.up.pt/uploads/ficheiros/3782.pdf

Rerum a Societate Jesu in Oriente gestarum ad annum usque à Deipara Virgine MDLXVIII, commentarius Emanuelis Acostae Lusitani recognitus, et latinitate donatus. Accessere de Japonicis rebus epistolarum libri IIII, item recogniti et in latinum ex Hispanico sermone conversi. Dilingae, Apud Sebaldum Mayer. Anno MDLXXI.

Rerum a Societate Jesu in Oriente gestarum volumeGiovanni Pietro Maffei, Nunc pluribus ultra omnes editions priores locupletatum. Apud Geruinum Calenium, Coloniae, 1574.

De correspondentie tijdens de generalaten van Franciscus Borja (1565-1572), Everardus Mercurian (1573-1580) en vooral van Claudio Acquaviva (1581-1615) behoren tot deze periode.

Sint Ignatius zelf drong al aan op een georganiseerde  briefwisseling tussen de leden van de orde en  het generalaat in Rome.  Vanaf 1547 rationaliseerde Juan de Polanco (1517-1576), secretaris van de Compagnie in Rome (1547-1573), de correspondentie. Er was een interne briefwisseling  en er waren brieven voor de buitenwereld. Brieven hadden een viervoudig doel:  1. De Compagnie aan de buitenwereld  voorstellen, (vanaf 1551 verschijnen de eerste bundels die later Les lettres édifiantes et curieuses zullen genoemd worden).  2. Communicatie bevorderen onder de diverse missiegebieden om van elkaar te leren “Les acquis d’une expérience ou d’une technique mises en pratique au Brésil étaient discutés à Rome ou à Goa, confrontés et enfin portés à la connaissance de tous les autres missionnaires. L’outil évangélisateur, balbutiant pendant quelques années, s’affina tres vite et adopta partout, des 1558, les caractéristiques spécifiques des jésuites.” Cf. LABORIE, JEAN-CLAUDE, La mission jésuite du Brésil.  Lettres et autres documents (1549-1570), Editions Chandeigne, 1998, p.17. (CB 2004/1733). 3. De brieven waren een steun voor de vaak geïsoleerde  missionarissen. 4. De orde schreef daarmee aan haar eigen geschiedenis. Cf. DELFOSSE, ANNICK, La correspondance jésuite: communication, union et mémoire. Les enjeux de la Formula scribendi, in Revue d’histoire ecclésiastique, 104 (2009) p. 71-114 (CB 2001/250).

Op 31 januari 1552 schreef Ignatius aan Franciscus Xaverius dat hij vanuit Portugal het nieuws ontvangen had over zijn veilige aankomst in Japan en dat de poort voor de prediking er nu open stond. Franciscus heeft de brief van Ignatius niet meer ontvangen. Hij stierf eind 1552 voor de kust van China. Cf. DUMEIGE, GERVAIS,  Saint Ignace, Lettres traduites et commentées , Collection Christus. Textes, 1959, brief 75. (CB 98/1954).

 

 

Walter de Smaele,  februari 2012