Cultuurbibliotheek
Bibliotheek met onderwijstraditie
Informatie Catalogus Archief E-publicaties

Bundel betreffende Jean Baptiste de Thoor

Bundel betreffende Jean Baptiste de Thoor, advocaat in het Parlement van Dowaai en baljuw van de Oost- en Westvierschaar van Mesen.

1. Akkoord tussen Jean Baptiste de Thoor en Pierre Jean Huyghe, greffier van Belle-ambacht, waarin de eerste zijn ontslag zal aanbieden als ontvanger en baljuw van Oost- en Westvierschaar van Mesen aan de abdis & gravin van Mesen en de commissie zal doorgeven aan de tweede genoemde. Het akkoord vervalt indien de abdis de functie niet wil geven aan Huyghe. Het akkoord voorziet verschillende bepalingen van de Thoor tegenover de abdij en van Huyghe tegenover de Thoor, Belle, 11 maart 1741, 1 st., papier, (Fr.).

2. Brief van Charlotte Petronille de la Tour, abdis en gravin van Mesen, Prinses van Croisette, dame van Zuid- en Noordschote, Deulemont, Oost- en Westvierschaar en andere plaatsen. Zij geeft vidimus van haar brief waarin zij de herbenoeming bevestigde van Jean-Baptiste de Thoor als baljuw en ontvanger van Oost en Westvierschaar na het overlijden van haar voorgangster. De Thoor was in die functie na het ontslag van zijn voorganger Antoine Poupaert op 2 juli 1720, maar was daarin nooit officieel bevestigd geworden. Hij krijgt zijn herbenoeming en wordt gevraagd de eed af te leggen in handen van de schepenen van de heerlijkheid (Abdij van Mesen, 20 april 1733). Huyghe krijgt de benoeming als ontvanger van Oost- en Westvierschaar (gelegen in de parochies Belle, Nieuwkerke & Dranouter), Abdij van Mesen, 1 st., papier, (Fr.)., s.d. (nà 11 maart 1741) (Fr.).

Origineel ondertekend door de abdis en haar secretaris.

3. Dubbel exemplaar van het onder 1. vermeldde akkoord (dat oorspronkelijk in drievoud was opgemaakt), 1 st. 11 maart 1741 (Fr.).

4. Akkoord met B.J. Meuwe voor de ontvangst van de heerlijke renten van de abdij van Mesen in Eke en ze zal doorgeven aan de Thor die ze met de abdij van mesen moet regelen, Belle, 14 december 1735, 1 st. papier (Nl.).

5. Akkoord met Emanuel de Francq in verband met de opvolging als greffier van de heerlijkheid Mesen in Eecke. Brief van de abdis van Mesen, Charlotte Petronille de la Tour waarin zij de benoeming van de Thoor als griffier van de heerlijkheid van Mesen in Eecke bevestigd in opvolging van Jean Baptiste Pauwels. Bijhorende brief van de Thoor als ontvanger van de stad en kasselrij Belle met bevestiging tussen de Thoor en de Francq waarbij de huidige greffier de Francq wordt opgevolgd in die functie door de Thoor, Belle, 21 oktober 1733, 1 st., papier (Fr.).

6. Brief van Charlotte Petronille de la Tour, abdis en gravin van Mesen waarbij ze Jean-Baptiste de Thoor benoemt als greffier van haar heerlijkheid Mesen in Eeke in opvolging van Jean Baptiste Pauwels. Ze vraagt aan haar baljuw en schepenen van de heerlijkheid Mesen in Eke hem te erkennen, Abdij van Mesen, 11 juli 1733, 1 st. (Fr.).

Brief getekend door de secretaris van de abdis, L.F. van Crayelynghe. Opgekleefd lakzegel van de abdij (uitstekende staat).

7. Brief van de abdis van Mesen waarbij ze Jean-Baptiste de Thoor wordt benoemd als ontvanger van de heerlijke renten op de heerlijkheid Mesen in Eke. Abdij van Mesen, 11 juli 1733. 1 st., (Fr.)

Brief getekend door haar secretaris L.F. van Crayelynghe. Opgekleefd lakzegel van de abdij.

8. Brief van de abdis van Mesen waarbij ze op verzoek van J.B. de Thoor hem in zijn functie bevestigd van baljuw van de Oost- en Westvierschaar, waarvan hij reeds ontvanger was. Hij voerde de functie reeds uit van 2 juli 1720 toen Antoine Poupaert vertrok, Abdij van Mesen, 20 april 1733. 1 st. (Fr.).

Brief getekend door de secretaris van de abdis, L.F. van Crayelynghe,

9. Derde rekening door Jean Baptiste de Thoor als ontvanger van de heerlijke renten 'en avoine' (haverrente), maar geïnd in geld, op 51 gemeten 10 roeden grond op 'canton ten Monteberghe' in Dranouter onder de Oostvierschaar, 1 katern, 1733-1739, (Fr.).

De rekening werd gepresenteerd aan de abdis en gravin van Mesen, Charlotte Petronille de la Tour, Princesse de Croisette en dame van de Oost- en Westvierschaar op 4 november 1743 en door de abdis voor akkoord getekend.

10. Tweede rekening door Jean Baptiste de Thoor als ontvanger van de heerlijke haverrente. 1 katern, 1730-1732, (Fr.).

11. Eerste rekening door Jean Baptiste de Thoor als ontvanger van de heerlijke haverrente. 1 katern, 1720-1729, (Fr.).

12. Rekening door Jean-Baptiste de Thoor, baljuw van de Oost- en Westvierschaar van Mesen als ontvanger van de heerlijke renten 'en bled, avoine, chapons & deniers' (tarwe, haver, kapoenen & geld) op de heerlijkheid Oost- en Westvierschaar, gelegen onder de parochies Belle, Nieuwkerke, Dranouter, toebehorend aan de abdis van Mesen, 1 katern, 1733-1738, (Fr.).

13. Rekening door Jean-Baptiste de Thoor als ontvanger van de heerlijke renten op de heerlijkheid Oost- en Westvierschaar toebehorend aan de abdis van Mesen, 1 katern, 1730-1732, (Fr.).

14. Rekening door Jean-Baptiste de Thoor als ontvanger van de heerlijke renten op de heerlijkheid Oost- en Westvierschaar toebehorend aan de abdis van Mesen, 1 katern, 1720-1729, (Fr.).

Opmerking bij volgorde van de stukken. De bundel was in twee pakketten verdeeld van 8 brieven aaneengerijgd met touw en 6 katernen (rekeningen) eveneens aaneengerijgd. De touwen werden door ons verwijderd om het lezen te vergemakkelijken en de stukken verder niet te beschadigen. De volgorde van de door ons toegewezen nummering is zoals de originele volgorde van de stukken.

Herkomst: Oorspronkelijk Abdijarchief van Mesen. Bij de opheffing van de abdij in 1776/1777 bleef het archief ter plaatse in 'l'Hospice Royale', later l'Institution Royale de Messines. Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakte het archief officieel volledig verloren maar op geregelde tijdstippen duiken thans terug stukken op, meestal stukken die door soldaten tussen de puinen werden meegenomen. Op verschillende plaatsen kan men thans archief aantreffen (Rijksarchief Brugge, fonds aanwinsten, Departementaal Archief Rijsel,…). Aangekocht door kanunnik Stock aan wellicht Octaaf Mus (Ieper). Wij menen diens handschrift te kunnen herkennen op de bruine wikkel waarin het archief zat.

De abdij van Mesen werd gesticht (in 1057 ?) door Adèle, gravin van Vlaanderen, gehuwd met graaf Boudewijn van Rijsel (1037-1067). Zij schonk 7 manses grond in Eke aan de abdij. Een mansum was het equivalent van hetgeen per jaar door twee koeien kon worden beploegd. Dat stemt per mansum overeen met ca. 12 gemeten, een totaal dus van 84 gemeten. Deze gift van de gravin Adèle werd bevestigd in 1061 door de Franse koning en in 1147 samen met de andere goederen van de abdij door Paus Eugenius III. Deze eerste gift vormde de basis van de 'heerlijkheid Mesen' in Eke, gehouden van het leenhof van Kassel. De abdis benoemde er een baljuw, griffier en zeven schepenen.

Het zakelijk beheer van abdis Charlotte-Pétronille de la Tour de Saint-Quentin (abdis van 1731 tot 1750) werd ernstig op de korrel genomen in 1750 door commissarissen van het land. Ze werd als 'francofiel' beschouwd, maar de juiste draagwijdte van deze kritiek was Huyghebaert niet bekend. Het dossier dat hier aan de oppervlakte komt toont hoe ze haar eigendommen liet beheren.

Lit. A. Vanhove, Essai de statistique féodale de la Flandre Maritime. Première partie. Châtellenie de Cassel, La Motte au Bois, territoire de Merville, in : Annales du Comité Flamand de France, 1932, p. 220-221. N. Huyghebaert, Abbaye de Notre-Dame à Messines, in : Monasticon Belge, III, Province de Flandre occidentale, premier fascicule, 1960, p.211-238. I.L.A. Diegerick, Inventaire analytique et chronologique des chartes et documents appartenant aux archives de l'ancienne abbaye de Messines, Bruges, 1876.